Het nieuws van de week zijn de aanslagen in Parijs waarbij 129 doden vielen en meer dan 300 mensen gewond raakten. Op vrijdagavond laat kwamen langzaam berichten op TV en op het internet voorbij: er is weer iets aan de hand in Parijs. Dit is de vijfde keer in dit jaar dat er aanslagen gepleegd of gepoogd zijn in Frankrijk. De aanslag rondom Charlie Hebdo, de aanval op een Joods centrum in Nice, de onthoofding in Lyon en de verijdelde poging op de Thalys zijn nog niet vergeten. Afgelopen vrijdag dus alweer in Frankrijk, en alweer in Parijs.
Wat voor verklaringen zijn er te vinden voor alle aanslagen op Frans grondgebied? Waarom lijkt Frankrijk het doelwit in Europa te zijn van extremistische organisaties? Natuurlijk is hier geen eenduidig antwoord op te vinden. Toch lijkt het allemaal niet zo toevallig en is de Franse inlichtingendienst zich bewust van potentiële dreigingen.

De Franse inlichtingendienst (DCRI) heeft het druk. Officiële lijsten zullen natuurlijk nooit gepubliceerd worden, maar de Franse media spreekt over drieduizend potentieel gevaarlijke mensen die in de gaten worden gehouden vanwege extremistisch ideeëngoed. Le Monde schrijft over zelfs ruim 11.000 geradicaliseerde  mensen in Frankrijk. Radicalisering is al een lange tijd een groot probleem. Het aantal jihadstrijders dat naar Syrië en andere landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten trekt is absoluut groter dan bijvoorbeeld in Nederland. Er wordt geschat dat meer dan 1.200 jihadstrijders uit Frankrijk in Syrië zijn.
Soms wordt de grote islamitische populatie die in Frankrijk woont, met 4,7 miljoen (7,5 procent van de bevolking) de grootste van Europa, genoemd als verklaring voor de aanslagen.Terrorisme heeft echter niks met religie te maken. Waarom is radicalisering toch een probleem?

In Frankrijk bestaan gespannen verhoudingen tussen moslimminderheden en de Fransozen. Een klein deel van de moslims voelt zich niet Frans en niet betrokken met de Republiek vanwege uitgesproken waarden en het secularisme. Liberté, égalité en fraternité gaan niet op voor iedereen in Frankrijk. Een deel van deze minderheidsgroepering woont in uitgestrekte banlieue’s, de voorsteden van Parijs. Hier is de werkeloosheid hoog, het opleidingsniveau laag, veel criminaliteit en het uitzicht op een beter leven beperkt. De banlieue’s hebben al jaren een probleem met integratie binnen Frankrijk, toch wordt er niet zo veel aan gedaan. De banlieue’s zijn vrij gesloten voor de buitenwereld in tegenstelling tot bijvoorbeeld in Nederland in de Haagse Schildersbuurt. De situatie in de voorsteden is een voedingsbodem voor extremisten. Cijfers zijn er niet, maar nu de aanslagplegers uit een vergelijkbare omgeving in Brussel komen (Molenbeek), zijn de banlieue’s van Parijs een te serieus probleem om de ogen gesloten te houden.
Symbolische maatregelen als het verbod op het dragen van een gezichtsbedekkende boerka uit 2010 en de groei van het populistische Front National zorgen alleen maar voor meer spanning tussen de Fransen en de kwetsbare minderheden. De media gaat er vanuit dat IS hoopt dat terroristische aanvallen met een groot psychologische impact de spanning zo kan vergroten dat het een burgeroorlog kan ontketenen.

“Frankrijk is een doelwit met een hoge symbolische waarde”
– Fransesco Ragazzi (NOS)

Naast de huidige situatie in de voorsteden van Parijs, heeft Frankrijk als doelwit een symbolische waarde zoals politicoloog Ragazzi stelt. Antropoloog John R. Bowen (TIME) stelt dat Frankrijk een veel langere geschiedenis heeft met de islamitische wereld dan andere westerse landen dankzij het koloniaal verleden in Noord-Afrika. Frankrijk heeft de voormalige kolonies nooit helemaal opgegeven en intervenieert nog steeds op economisch en militair vlak in Noord-Afrika. Terrorisme is Frankrijk niet onbekend.  Vergrijpen in het verleden zorgen voor wrok en afkeer voor Frankrijk bij verschillende organisaties in de voormalige kolonies. Tijdens de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog was sprake van terreur in de hoofdstad, ook mede dat het Franse leger deed aan martelingen en een enorm bloedbad heeft veroorzaakt in Parijs tijdens een demonstratie (200 doden, de Franse regering erkent echter 32 doden). Later, na het ingrijpen in de Algerijnse burgeroorlog in de jaren ’90, werd Frankrijk het doelwit van bommen. De regering steunde namelijk het militaire regime terwijl een nieuwe regering was gekozen. In dit decennia liepen voor het eerst zwaarbewaakte militairen over straat.

Ook tegenwoordig heeft Frankrijk nog een activistisch buitenlands beleid. Het land speelt ook een rol in conflicten in Mali en Noord-Afrika, waar ook terreurorganisaties actief zijn. Vorig jaar zijn bijvoorbeeld aanvallen gedaan tegen Al Qaeda en Islamitische Staat in Mali. Na afloop van Charlie Hebdo werd harde taal gesproken, net als nu. Kranten koppen dat Frankrijk de oorlog verklaart aan IS en dat 13/11 het equivalent is van 9/11.  Eind september is Frankrijk begonnen met luchtaanvallen op IS in Syrië. Afgelopen zondag is Raqqa, een bolwerk van IS gebombardeerd.  Net als dat in Frankrijk onschuldige slachtoffers vallen, vallen die ook in het Midden-Oosten. Naast dat de aanslagen voelen als een aanval op Westerse waarden (zoals in de Bataclan op popmuziek) is het een wraakactie op het zowel buiten- als binnenlands beleid van Frankrijk. Natuurlijk is de kans altijd aanwezig andere plaatsen, andere landen op een dag doelwit worden. Nu er weer drones met bommen vallen in Syrië, en gezien het verleden van Frankrijk is het bijna onvermijdelijk dat er nog eens een aanslag in Frankrijk zal plaats vinden.