Wonen in de toekomst: polder of penthouse?

17 maart is het weer zover, dan mogen we weer naar de stembus. Los van een welbekend virus gaat het deze verkiezingen ook over iets anders: wonen. Het woningtekort in Nederland lijkt groter dan ooit. Studenten komen moeilijk aan een kamer, starters vissen achter het net. Daarbij haalt de bouwsector jaar op jaar niet de doelen van het kabinet. Tekorten worden daarmee alsmaar groter. Veel partijen pleiten er daarom voor om weer een Ministerie van Wonen op te richten (wat voor de werkzoekende SGPL’er natuurlijk als muziek in de oren klinkt). Vooral in ons eigen Utrecht loopt het flink de spuigaten uit. De partijen hebben flinke meningsverschillen als het aankomt op de manier waarop dit probleem moet worden aangepakt. Het loopt uiteen van een nieuwe stad ontwerpen, weilanden vol bouwen tot binnenstedelijk verdichten. In ons eigen stadsie draait het vooral om de volgende polder: Rijnenburg.

Het grootste pijnpunt rondom deze discussie is, zoals je misschien al had verwacht, duurzaamheid. We moeten keuzes maken wat we met onze beperkte hoeveelheid land doen. Laten we landbouwgrond voor wat het is? Komt er natuur voor in de plaats? Bouwen we nieuwe huizen? Los hiervan gaan er ook andere geluiden op waarom nieuwbouwwijk van de toekomst Rijnenburg een slecht idee zou zijn. Dit heeft te maken met de buurman van deze polder: Nieuwegein.

Nieuwegein is de voormalige groeikern van de stad Utrecht. In de jaren ’70 en ’80 zijn hier veel jonge gezinnen naartoe vertrokken vanuit de stad. Langere reistijd in ruil voor een grotere tuin en woning was voor veel mensen een goede deal om de stad te verlaten. Inmiddels staan de kinderkamers in Nieuwegein leeg en is de gemeente sterk aan het vergrijzen. Er is nog wel een bepaalde groep die steevast naar gemeenten zoals Nieuwegein verhuist, namelijk de onderklasse uit de stad. In Utrecht is de woningnood hoog. In volkswijken zoals Ondiep of Zuilen worden woningblokken vernieuwd om meer plek te creëren voor het hogere woningsegment, waarna de prijzen meestijgen. Deze Utrechters verhuizen daardoor vaak noodgedwongen naar een goedkopere randgemeente. Armoede is daarmee aan het suburbaniseren.

Terug naar Rijnenburg. Als deze wijk wordt gebouwd met nieuwe, grote eengezinswoningen dan ontstaat de vrees dat het kleine aantal jonge gezinnen dat er woont weer vertrekt naar deze wijk. Dit zou een doodsteek betekenen voor een gemeente als Nieuwegein, voorspelt geograaf Josse de Voogd. Wat is dan wel de oplossing voor het groeiende woningtekort? Partijen die voor Rijnenburg zijn stellen namelijk dat we het niet gaan redden zonder deze wijk. Binnenstedelijk bouwen zou namelijk niet snel genoeg gaan. Volgens Josse de Voogd heeft binnenstedelijk bouwen de voorkeur, maar moet de gemeente uiteindelijk ergens anders gaan kijken. Zo noemt hij dat de golfbaan in Amelisweerd of het bedrijventerrein van Bunnik wel kan verhuizen naar Rijnenburg. Dan is op deze goed bereikbare locaties weer meer plek voor woningbouw. Uiteindelijk ontkom je er volgens hem ook niet aan om Rijnenburg vol te bouwen. Hij geeft hierbij wel een gouden tip mee aan de ontwikkelaars hiervan: maak het wat diverser in plaats van een wijk voor jonge gezinnen. Anders hebben we over 40 jaar weer hetzelfde probleem als waar Nieuwegein nu mee te maken heeft.

Deze verkiezingen, ook al zijn ze landelijk, kunnen van grote impact zijn op het woongedrag in onze stad en onze eigen wooncarrières. Waar woont de Utrechtse student van nu over 15 jaar? Wordt het een penthouse in een drukke wijk ergens in de stad, tussen de gezinnen in de polder of iets daartussen in? De tijd zal het ons leren.

Kopfoto: Fantaglobe11 (Wikimedia Commons, 2018). Verkregen via: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:VINEX-wijk_Waalsprong_(5).jpg?uselang=nl