Het zijn twee woorden die de gemiddelde student niet graag in combinatie hoort: “summer” en “school”. Toch worden Summer Schools steeds populairder. Waarom zou je, na een heel jaar zwoegen op tentamens, essays, papers en vergelijkbare ellende, in de zomer weer die nare collegebanken in kruipen? Die vraag stelde ik mezelf afgelopen zomer ook, toen ik me inschreef voor een Summer School in Helsinki.

Met een gapend gat in mijn zomervakantie-agenda, die bijna heel augustus bestreek, kreeg ik eind vorig studiejaar namelijk een tip van een medestudent:  ga een Summer School in het buitenland volgen! Hij voegde er gelijk aan toe dat het een beter idee is dan het in eerste instantie klinkt. “Een nuttige en leuke manier om je vakantie te besteden”. Tja, eerst zien dan geloven, dacht ik.

Toch ben ik maar even op internet gaan speuren. Ik kwam een cursus tegen die “The Welfare City” werd genoemd. Hierin zou het model van een zogenaamde “welvaartsstad” (even simpel gezegd: een stad die goed zorgt voor zijn inwoners) behandeld worden, met Helsinki als lijdend voorbeeld. Geografisch gezien natuurlijk wel een ontzettend interessant onderwerp. Het viel ook precies in augustus, het nog op te vullen gat in mijn zomervakantie. Ondertussen had ik alleen nog maar positieve geluiden gehoord over Summer Schools. De twijfel werd steeds minder, en was op een gegeven moment zo laag dat ik besloot me maar gewoon in te schrijven.

In m’n eentje vloog ik naar Helsinki. Onderweg dacht ik nog: wat nou als ik hier straks wekenlang als een bezetene aan het studeren ben, en dat is het dan? Niks bleek gelukkig minder waar. Ik kwam in een enorm diverse klas terecht van ongeveer 25 studenten. De eerste dag had ik het idee dat ik middenin een VN-bijeenkomst terecht was gekomen. Van China tot Spanje en van Canada tot Oostenrijk: van allerlei landen was een vertegenwoordigende student aanwezig. Deze internationale omgeving kwam de colleges echter verbazingwekkend ten goede. Niet alleen kwam iedereen uit een ander land, maar ook van een andere studie. Dit zorgde voor interessante discussies en nieuwe perspectieven, maar ook voor markante momenten: zo hadden de Chinese studenten nog nooit van het begrip “citizen participation” gehoord. Kenden ze daar natuurlijk niet.

Buiten de college-uren was het meer “summer” dan “school”. Er werden in het weekend vanuit de Summer School-organisatie activiteiten georganiseerd, zoals een “wildlife trip” en een bezoek aan het eiland Pihlajasaari, voor de Finse kust. Maar ook na de college-uren was het vreselijk gezellig. Mensen van verschillende cursussen binnen de Summer School zochten elkaar op bij een bar, terrasje of zelfs op het enige strand dat Helsinki rijk is. Het strand ja, je leest het goed. Augustus 2015 was voor Helsinki de warmste maand in tijden. Dat een biertje in Finland zomaar 8 euro kan kosten mocht zelfs de pret niet drukken. Ook was er op vrije dagen of in weekenden genoeg tijd om op eigen gelegenheid tripjes te maken. Zo hebben we met een groepje studenten de boot naar Tallinn (de hoofdstad van Estland, zoals we allemaal weten) gepakt en daar een dagje vertoefd.

Na een rits interessante colleges, een afgemaakt eindpaper voor de cursus, maar vooral een heleboel gezelligheid, nieuwe vrienden en ervaringen, was het tijd voor het eindfeest. Er werd vrolijk gefeest, massaal gedanst en (soms zelfs wat emotioneel) afscheid van elkaar genomen. Het was een passend slot van een geweldige tijd.

De Summer School heeft al mijn verwachtingen overtroffen. Laat je vooral niet afleiden door het woordje “school”. Ik zie het zelf als een alternatieve vakantie, waarin je niet alleen een buitenlandse stad ontdekt, maar ook nieuwe vrienden zal maken, ervaringen opdoet, tot nieuwe inzichten komt over je eigen vakgebied, en met wat extra studiepunten op zak weer huiswaarts keert. Als je nog geen grote plannen hebt deze zomer: je weet wat je moet doen.