26 april 1986, de dag waarop de grootste nucleaire kernramp ooit plaats vond. Midden in de nacht vond er een explosie plaats in kernreactor 4, en brak de hel los voor de inwoners van de stad Chernobyl in het huidige Oekraïne. Een dag later verlieten de inwoners binnen een radius van 30 kilometer van de reactor gedwongen hun huizen om te ontsnappen aan de grote hoeveelheden radioactieve isotopen die bij de explosie vrijkwamen. Voor de mens zijn deze isotopen erg schadelijk en veroorzaken ze in te hoge concentraties mutaties in het DNA, vaak met zichtbare uitwerkingen op het uiterlijk van blootgestelde mensen. Deze mutaties worden ook vaak genetisch doorgegeven aan de kinderen. De generatie kinderen die na de kernramp werden geboren, worden ook wel de kinderen van Chernobyl genoemd.

In de dagen na de evacuatie werden er mensen teruggeroepen om mee te helpen aan de ‘schoonmaak’ van het gebied. Rondom de reactor werd besmette grond afgegraven en ergens anders diep in de grond verstopt en gebouwen in de buurt van de reactor werden met de grond gelijkgemaakt. Ook werden er jagers teruggestuurd om al het vee af te slachten en achtergelaten huisdieren af te schieten. De reactor zelf werd ingeketend met een dikke laag beton.

Door de radioactieve isotopen ontstond een ware ramp met voornamelijk een maatschappelijk karakter. Door de hoge concentraties schadelijke stoffen stierven er (indirect) enorm veel mensen, en ook planten en dieren hadden er erg onder te lijden. Mutaties in het DNA bleven niet beperkt tot alleen mensen. Een grote wolk met radioactieve deeltjes trok over Europa en bracht ook in veel gebieden buiten Oekraïne problemen met zich mee. Net geoogste gewassen waren niet meer voor consumptie bestemd, uit angst voor radioactieve besmetting. Veehouders werden verplicht hun vee binnen te houden om zo onder andere besmetting van melk tegen te gaan. Door de ramp in Chernobyl heeft kernenergie, ondanks haar lage kosten, weinig milieuvervuiling en grote capaciteit een erg slechte naam gekregen: gevolgen van een eventuele ramp zijn desastreus.

30 jaar na de ramp is de radioactiviteit van het gebied nog steeds gevaarlijk hoog. Het gebied blijft onleefbaar. Althans, voor de mens. De dierenwereld in Chernobyl wordt gekenmerkt door een enorme opbloei, zowel in aantal individuen en biodiversiteit als in genetische variatie. Deze opbloei is alleen niet zozeer gevolg van de radioactiviteit, maar juist een gevolg van de afwezigheid van de mens. Mensen zijn vergeleken met andere zoogdieren enorm gevoelig voor radioactieve isotopen, waardoor zij gedwongen waren om weg te trekken uit het gebied. Dieren rond Chernobyl ondervonden door de isotopen weliswaar ook DNA-mutaties, maar waren er in veel mindere mate gevoelig voor. Zeker nu, 30 jaar na de ramp, is het gebied voor dieren een veilige haven weg van de invloed van de mens. Deze geografische isolatie, en niet de DNA-mutaties, hebben gezorgd voor een enorme groei in genetische variatie in soorten. Deze variatie in soorten is een erg belangrijk thema, aangezien door toedoen van de mens de genetische variatie in dieren door onder andere het fokken van ‘kweekdieren’ en de bio-industrie enorm is afgenomen. Dit met het verzwakken en uitsterven van diersoorten als gevolg wat een enorm gevaar voor behoud van biodiversiteit vormt.

Het aantal soorten dat in het Chernobylgebied leeft, is na de kernramp alleen maar toegenomen. Vandaag de dag is het gebied het territorium van honderden verschillende diersoorten, waarvan er ruim 50 beschermde diersoorten zijn. Weg van de invloed van de mens vindt het dierenrijk een unieke kans op grootschalige uitbreiding en ontwikkeling zonder belemmering. Leven rondom de reactor is er in overvloed.

Ecologisten Baker en Chesser hebben zich gespecialiseerd op de biodiversiteit in Chernobyl. Zij bezochten het gebied 12 keer en zagen daar de ecologische opbloei van het besmette gebied. De ramp in Chernobyl wordt vaak bekeken vanuit een overwegend negatief standpunt, maar hierbij wordt slechts rekening gehouden met de mens. Voor de mens heeft de ramp alleen negatieve gevolgen gehad, maar voor het ecosysteem zijn de gevolgen overwegend positief.

Typical human activity (industrialization, farming, cattle raising, collection of firewood, hunting, etc.) is more devastating to biodiversity and abundance of local flora and fauna than the worst nuclear power plant disaster.

Aldus Baker en Chesser. Er is blijkbaar een kernramp nodig om ecosystemen te herstellen tot een situatie van voor de invloed van de mens. Wellicht is dan de Chernobyl-ramp naast een voorbeeld voor de tegenbeweging van kernenergie, ook een goed middel om de schadelijke invloed van de mens op het ecosysteem (naast klimaatverandering) aan te kaarten.