Waarom Leeuwarden Culturele Hoofdstad van Europa wilde worden
In 2018 krijgt Europa een Friese Culturele Hoofdstad. Nadat Amsterdam en Rotterdam als Nederlandse afgevaardigden de titel Culturele Hoofdstad van Europa al eens hebben mogen dragen, is het straks de beurt aan Leeuwarden. Ondanks dat de stad het laagste budget had van alle gegadigden, werd ‘Ljouwert’ in september 2013 toch verkozen boven Eindhoven, Maastricht, Utrecht en Den Haag. Voor een relatief kleine stad als Leeuwarden is dat natuurlijk een bijzondere prestatie. Of zijn er inmiddels zoveel steden aan de beurt geweest om voor Culturele Hoofdstad te spelen, dat de titel wel naar een kleinere stad móest gaan? Hoe dan ook, dat Leeuwarden met het laagste budget haar Nederlandse concurrenten de loef afstak wekte destijds enige verbazing.
Het Europees Parlement wijst elk jaar 2 culturele hoofdsteden aan. Uiteraard komt elk land een keer aan de beurt, en in 2018 is de eer dus weer aan Nederland. Het doel van het benoemen van een culturele hoofdstad is om de rijkdom en verscheidenheid aan Europese culturen te benadrukken, zodat we de culturen van onze mede-Europeanen beter leren kennen. Omdat Leeuwarden de Europese dimensie van het programma goed begrepen had en zich focuste op ‘mienskip’ (Fries voor burgerschapszin, natuurlijk naadloos aansluitend op het EU-speerpunt ‘city and citizens’), kreeg het deze rol uiteindelijk toebedeeld, samen met het Maltese Valletta.
Maar liefst 56 miljoen euro is er besteed aan de kandidatuur van Leeuwarden. Als je bedenkt dat de stad ook nog eens het laagste budget had vergeleken met de andere Nederlandse kandidaten, moet er toch wel enig belang zitten aan het Culturele Hoofdstad van Europa-schap. Dit blijkt ook wel uit het verleden. In Rotterdam schoot, na 2001, het aantal museumbezoeken ineens flink omhoog. Ook het aantal culturele voorzieningen in de stad steeg destijds met rasse schreden. Niet geheel toevallig was Rotterdam in 2001 ook Culturele Hoofdstad. Rotterdam stond voor 2001, net als Leeuwarden nu, niet bepaald bekend als cultureel vooraanstaande stad. Na de titel een jaar gedragen te hebben, doken overal culturele initiatieven en voorzieningen op, stegen de bezoekerscijfers en hotelovernachtingen en werd de stad aantrekkelijker voor bedrijven om zich te vestigen. Rotterdam ontpopte zich voorzichtig tot cultuurstad. Hetzelfde lot staat Leeuwarden wellicht te wachten. Volgens Paul Visschedijk, de ex-voorzitter van de Raad van Toezicht van de Stichting Kulturele Haadstêd 2018 (hij werd vorig jaar opgevolgd door Wiebe Wieling), zullen er ook nog eens 9000 banen gecreëerd worden en zullen allerlei overheden in totaal voor 1 miljard in Leeuwarden investeren, onder andere om de stad van de koppositie van de armste wijkenlijst te verdrijven.
De titel Culturele Hoofdstad draagt misschien wel de verkeerde naam. Het is geen prijs voor culturele hoogvliegers meer. Berlijn, Parijs, Athene en dergelijken zijn namelijk allemaal al eens aan de beurt geweest. De titel Culturele Hoofdstad is een uitgelezen kans geworden voor kleinere steden om zich op cultureel gebied te profileren, een instrument voor citymarketing. De toekomst zal uitwijzen of het de 56 miljoen euro waard is geweest voor Leeuwarden.