Om de x aantal jaren ontstaat er in Hoorn weer een discussie over het standbeeld op de Rode Steen. Dit plein is het middelpunt van de stad en hier is een standbeeld van Jan Pieterszoon Coen geplaatst in 1893. Coen kreeg aan het einde van de 19e eeuw de status van nationale held doordat hij vormgever was van het succesvolle handelsimperium van de VOC in Azië en stichter van Batavia, het huidige Jakarta. Maar het succesvolle handelsimperium van de VOC is, zoals de meeste weten, niet zonder slag of stoot tot stand gekomen. Naast zijn roem als krachtdadig en visionair bestuurder wordt hij namelijk ook bekritiseerd om zijn gewelddadige optredens in Indië. In 1621 voerde hij een strafexpeditie uit tegen één van de Banda-eilanden, omdat de bewoners tegen een handelsverbod van de VOC met de Engelsen waren. Coen gaf opdracht om duizenden Bandanezen te vermoorden en liet de overlevenden deporteren naar Batavia. Critici zeggen dat Coens gewelddadige handelspolitiek geen eerbetoon verdient. De voorstanders plaatsen de handelingen van Coen terug in de tijd en vinden dat Coen het standbeeld verdient voor wat hij destijds voor Nederland heeft betekend.

In de afgelopen honderd jaar is het standbeeld meerdere keren beklad en zelfs de ME heeft een keer moeten ingrijpen bij rellen rondom dit standbeeld. In 2011 is er een burgerinitiatief gekomen die pleitte voor het weghalen van het standbeeld. Ze vinden de prominente locatie op de Rode Steen niet een plaats waar een massamoordenaar op een sokkel dient te staan. Uiteindelijk heeft zelfs de gemeenteraad zich ermee bemoeid en werd er besloten dat het standbeeld bleef staan, met als kanttekening dat er een bordje op de sokkel zou komen waarop ook de negatieve kant belicht wordt. Sinds 2012 luidt de tekst als volgt:

Jan Pieterszoon Coen (Hoorn 1587- Batavia 1629)

Koopman, directeur-generaal en gouverneur-generaal van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC). Vormgever van het succesvolle handelsimperium van de VOC in Azië. Stichter van Batavia, het huidige Jakarta.

Geroemd als krachtdadig en visionair bestuurder. Maar evenzeer bekritiseerd om zijn gewelddadige optreden bij het verwerven van handelsmonopolies in Indië.

Voerde in 1621 een strafexpeditie uit tegen één van de Banda-eilanden, omdat de bewoners tegen het verbod van de VOC in nootmuskaat leverden aan de Engelsen. Duizenden Bandanezen lieten hierbij het leven, de overlevenden werden naar Batavia gedeporteerd.

Coen kreeg aan het eind van de negentiende eeuw de status van nationale held, compleet met standbeeld in zijn geboortestad. Een landelijk oprichtingscomité onder leiding van de Hoornse burgemeester Van Dedem zamelde hiervoor het geld in. Het bronzen beeld, een ontwerp van Ferdinand Leenhoff (1841-1914), leraar aan de Academie voor Beeldende Kunst in Amsterdam, werd in 1893 feestelijk onthuld.

Onomstreden is het standbeeld niet. Volgens critici verdient Coens gewelddadige handelspolitiek in de Indische archipel geen eerbetoon.

Redelijk duidelijk tekst zou je zeggen. Goedkope oplossing voor de gemeenteraad. Er hoeft alleen maar een plaatje op geplaatst worden, dat is natuurlijk een stuk goedkoper dan een heel nieuw standbeeld van een nieuwe held. Goede Zwitserland oplossing, lekker neutraal, iedereen zo zijn zin zou je zeggen.

Niet is minder waar. Een maand na de uitspraak van de gemeenteraad is er namelijk per ongeluk een vrachtwagen tegen het standbeeld aan gereden. Hierbij is het standbeeld van zijn sokkel gevallen en moest het beeld gerestaureerd worden. De tegenstanders zagen hun kans schoon en wilden van de restauratiekosten een nieuw beeld neerzetten. Zoals als sinds mensenheugenis is het natuurlijk: “opgestaan is plaats vergaan.” J.P. Coen was rijp voor het museum en een nieuwe held moest er komen. Een kunstenaar greep zijn kans en plaatste zijn eigen kunstwerk op de sokkel. Niet de ideale oplossing, wel een ludieke.

dg

De gemeenteraad besloot echter toch het beeld terug te plaatsen, dus na restauratie werd het beeld weer op zijn sokkel gehesen.

Lange tijd was het stil rondom het standbeeld, totdat afgelopen oktober een actiegroep het standbeeld weer heeft beklad. Ze hebben het woord genocide op het beeld geschreven, duidelijk aan welke kant zij staan. Opschrijven dat Coen geen lieverdje is geweest was blijkbaar niet voldoende voor hen.

sdfg

Een positieve noot aan dit verhaal is dat er mensen zijn die nadenken over wat er in het verleden gebeurd is en hier ook een duidelijke mening over hebben. Het weghalen van een standbeeld wist dit verleden echter niet. De vraag is dan ook of het erg is dat men aan dit verleden herinnerd wordt via dit standbeeld. Misschien is het juist goed als het beeld er staat, zo blijft de discussie tenminste om de x aantal jaren weer langskomen en leert iedereen ook de negatieve kanten van het VOC handelsimperium. Wat niet in de geschiedenislessen behandeld wordt leert men zo tenminste van deze actiegroepen. Zo zal dit verleden tenminste niet vergeten worden.