Naalden, pijn en kunst: Tattoos in de huidige maatschappij
Menig familielid heb ik al een hartverzakking bezorgd na het onthullen van mijn meest recent gezette tattoo. “Dat gaat er nooit meer af hè?” en “Dat is gewoon verminking van je lichaam” waren de meest voorkomende reacties die ik kreeg van mijn opa’s en oma’s. De garde van rond de 30-40 jaar kon het nog wel enigszins waarderen, al waren de afkeurende blikken onvermijdelijk. De reacties die ik echter kreeg van leeftijdsgenoten waren allemaal ongelofelijk positief. Maar hoe kan één generatie zoveel verschil maken tussen meningen? Tattoos bestaan namelijk al duizenden jaren. De oudste tatoeage op menselijke huid werd gevonden op het lichaam van de welbekende ijsmummie Ötzi. Zijn tattoos waren volgens wetenschappers voor therapeutische of diagnostische doeleinden, omdat ze de plek markeren waar de beste man problemen had met zijn gewrichten. Wel wat anders dan een infinity-teken op je pols.
Door de geschiedenis heen hebben tattoos verscheidene betekenissen en functies gehad:
– Tienduizend jaar voor Christus tatoeëerden Japanners zich om spirituele en decoratieve redenen; – Al meer dan tweeduizend jaar zijn het gereedschap en de technieken die worden gebruikt voor het zetten van tatoeages door de bevolking van Samoa amper veranderd. De tatoeages worden gezet als onderdeel van een ritueel voor het toetreden in een leiderschapsrol; – Voordat de Spanjaarden kwamen plunderen, lieten tattoos op de Filipijnen status en prestaties zien; – Aan het einde van de achttiende eeuw werden Amerikaanse mariniers geïdentificeerd door middel van hun tattoos.
Maar laten we eens gaan kijken naar onze moderne, huidige maatschappij. Sinds de jaren ’70 werden tatoeages gangbaar in de westerse en globale mode. Tattoos werden sindsdien gezet op mensen uit alle economische klassen, wat voorheen wel anders was. Aan het einde van de negentiende eeuw was tatoeëren een dure en pijnlijke zaak. Het is nu nog steeds vet pijnlijk, maar wel minder duur. De betekenis van tattoos laten zetten heeft een enorme transitie gemaakt. Eerst was een tatoeage laten zetten een vorm van afwijkend gedrag, nu is het een geaccepteerde vorm van expressie. De tattoo-industrie heeft een instroming van enorm veel nieuwe artiesten meegemaakt, waarvan het overgrote deel een kunstopleiding heeft gedaan. Door de steeds ontwikkelende tattoo-equipment en de etering van inkt, is de kwaliteit van tatoeages steeds hoger geworden.
Sinds het einde van de negentiende eeuw heeft de tattoo-industrie een stabiele groei meegemaakt dankzij de uitvinding van de elektrische tattoomachine. Maar het was pas in de jaren zestig van de twintigste eeuw dat de plaats van tatoeages in de algemene cultuur radicaal veranderde. Er vond als het waren een Tattoo Renaissance plaats die werd gekenmerkt door artistieke, technologisch en sociale veranderingen. Degene die tattoos lieten zetten, begonnen dit te doen om zich te verzetten tegen de maatschappij. De klanten die bij tattooshops binnen kwamen lopen, waren niet langer motorrijders, mariniers en gangsters, maar mensen uit de midden- en bovenklasse. Nu laten mensen uit alle klassen en achtergronden zich tatoeëren. Hoewel het al meer wordt geaccepteerd, hangt er bij de oudere generaties nog steeds een negatief stigma rond tatoeages. “Hoe kom je later aan een goede baan?”. Onder jongeren wordt het steeds meer geaccepteerd. Nu is het nog lastig om te solliciteren voor bijvoorbeeld een kantoorbaan als je onder de tatoeages zit, maar naar mijn verwachtingen zal dat over een aantal jaren sterk veranderd zijn. Bijna iedereen laat tegenwoordig immers zijn of haar huid injecteren met inkt, waardoor het een stuk geaccepteerder zal zijn wanneer de jonge generatie over een aantal jaren vaste banen gaat zoeken. Wat ik tevens vaak heb gehoord is “Maar als je oud bent gaat die tattoo er super lelijk uitzien”. Als ik tachtig ben zullen mijn twintig katten het echt niet boeien hoe ik eruit zie, dus dan maken die paar tatoeages ook niet meer zoveel uit.