De eerste zonnestralen- het terras op!
‘Terrasweer’ is een begrip in de Nederlandse samenleving. Zogauw de eerste zonnestraaltjes achter het grijze wolkendek tevoorschijn komen springt heel Nederland spontaan op de fiets om naar het dichtstbijzijnde terras te fietsen. En dat is meestal niet eens zo ver weg. De gemiddelde afstand in Nederland naar de dichtstbijzijnde horecagelegenheid is namelijk maar 0,8 kilometer. Natuurlijk hebben niet al die horecagelegenheden een terras, maar heel veel verder dan die 800 meter hoef je vaak niet te zoeken. Het aantal stijgt ook, want veel binnensteden hebben te maken met leegstand van winkelpanden en deze lege plekken worden steeds vaker gevuld door hippe tentjes met terrassen. Dat veel steden meer horeca en terrassen in hun stad willen is niet zo raar, het zorgt namelijk voor een levendige sfeer met meer mensen en meer uitgaven. Een terrasje pakken is tegenwoordig op een mooie dag haast niet weg te denken bij een dagje buiten de deur. Maar ook op minder mooie dagen zijn terrassen een drukke plek- met warmtelampen in plaats van ventilatoren, warme chocolademelk in plaats van limonade en dekentjes in plaats van parasols. Op deze manier hebben steeds meer terrassen de zomerdrukte ook door kunnen zetten naar de koudere maanden. Nederlanders zijn dus niet van de terrassen weg te slaan, maar wat maakt ons dan toch zo dol op deze plekken?
Het publiek van terrassen is op elke plek anders, van politici die hun lunch eten in Den Haag tot fietsers die pauzes houden in pittoreske dorpjes in de polder tot studenten die een biertje doen (in elke willekeurige stad eigenlijk). Allemaal praten ze met elkaar, genieten ze van het zonnetje en observeren ze. Want laten we eerlijk zijn, dat is toch een van de voornaamste redenen dat we allemaal zo massaal plaatsnemen op de plastic rieten stoelen.
Voor de prijzen doen we het zeker niet, een terrasje pakken is namelijk een dure hobby. In een onderzoek naar de prijzen in verschillende steden kwam Amsterdam op de duurste plek uit (volgens Omroepwest). Voor het goedkoopste biertje moet je in Almere zijn, maarja, dan zit je wel in Almere. Naast dat drukbezochte terrassen nadelig zijn voor je portemonnee, zijn ze ook niet altijd even fijn voor de bewoners van de stad. Veel lawaai en niet langs een terras kunnen lopen zonder uitvoerig bekeken te worden wordt vaak genoemd als irritatiepunten. Ook nemen terrassen langzaam de ruimte over, met steeds een paar tafeltjes meer totdat het plein geen plein meer is, maar een grote puinhoop van tafeltjes, stoeltjes en gestreste serveersters.
Desondanks heeft het massale zonnen iets puur Nederlands en maakt het aanzicht van een vol terras mij altijd wel vrolijk. En als ze me uitvoerig bekijken, dan kijk ik lekker terug, want niets is zo interessant om te observeren dan een vol terras.