Zowel water als plastic zijn hot topic in de milieuwetenschappen. Plastic hebben we veel te veel, en van (drink)water juist veel te weinig. Een even groot probleem krijg je als je de twee met elkaar combineert: drinkwater in plastic flesjes.

Sinds begin van dit jaar staat massaal in de kranten dat waterschaarste komende jaren wel eens een groot mondiaal probleem zou kunnen worden. In Zuid-Afrika komt er al bijna geen water meer uit de kraan, en is een lekker lange douche nemen een absoluut taboe. Nieuw is het probleem echter niet: wetenschappers waarschuwen er al decennia lang voor. Ondanks herhaaldelijke waarschuwingen werd er echter onvoldoende ingegrepen om het probleem tegen te gaan.

Het is geen geheim dat Amerika een van de grootste watervoetafdrukken in de wereld heeft: de Amerikanen gaan niet zo slim om met hun watergebruik. Naast het dagelijks gebruik voor de wc doorspoelen, douchen, en drinken, wordt vaak vergeten dat de productie van voedsel en kleding, en andere producten ook een groot aandeel van de wereldwatervoorraad gebruikt.

Naast waterschaarste is ook vervuiling van water een enorm mondiaal probleem. De Verenigde Staten staat in de top van ’s werelds schoonste drinkwater, maar toch drinkt meer dan de helft van alle Amerikanen liever water uit een plastic flesje, uit angst om ziek te worden van het kraanwater. Wat ze echter niet doorhebben, is dat dit ‘bottled water’  vaak grotere hoeveelheden schadelijke stoffen bevat dan water uit de kraan. Naast de VS zijn Mexico, China en Brazilië de grootste afnemers van water in flesjes.

Een ander probleem zien we als we kijken naar de productie van de waterflesjes. Gemiddeld zit er in de productie van het ‘bronwater’ zo’n 100 tot 2000 keer meer energie dan de productie van eenzelfde hoeveelheid kraanwater. Daarnaast vormt het flesje een nog groter probleem: elke seconde worden er ruim 1500 recyclebare PET-flesjes weggegooid, maar slechts een schamele 14% daarvan belandt in de recyclebak. De rest? Die vinden we terug in de plasticsoep in de oceanen, in vuilverbranders, of in vuilnishopen.

Veel van het flesjeswater in Amerika komt ook niet uit Amerika zelf, maar uit een ondergrondse watervoorraad uit Fiji. Daar worden gemiddeld een miljoen flesjes drinkwater per dag geproduceerd (met plastic afkomstig uit China) die met grote, vervuilende containerschepen naar de VS en Europa worden verscheept. En dat terwijl een groot gedeelte van de populatie van Fiji niet eens toegang heeft tot veilig en schoon drinkwater.

Als je er over nadenkt is het eigenlijk ook niet zo gek dat er zo makkelijk over water wordt gedacht; het is immers spotgoedkoop. In de Westerse wereld wordt de dreigende schaarste ook niet echt duidelijk. We horen weinig over de aquifers in andere landen die voor ons drinkwater worden leeggepompt. Daarnaast wordt water veel gesubsidieerd, bijvoorbeeld in de bijzonder droge, maar toch groene Midlands van de Verenigde Staten. Hier wordt water uit aquifers en uit de Colorado rivier gepompt ten behoeve van de landbouw in het gebied dat eigenlijk niet geschikt is voor de landbouw. De hoge kosten van water worden niet dus goed doorberekend in de uiteindelijke commerciële prijs. Dit geeft de mens de foutieve indruk dat water helemaal niet schaars is, waardoor er onvoorzichtig en weinig besparend mee om wordt gegaan. Ondanks veelvuldige waarschuwingen van wetenschappers, lijkt de boodschap echt niet door te dringen. We zullen zien wat er gebeurt als er geen druppel water meer uit de kraan komt.

 

Referenties:

Miller., G.T., Spoolman, S.E. (2012) Water resources. In: Living in the environment, pp. 311 – 338, Cengage Learning

Miller., G.T., Spoolman, S.E. (2012) Water pollution. In: Living in the environment, pp. 515 – 542, Cengage Learning