Leidsche Rijn; een volwaardig stadsdeel of een wereld opzich?
Achter het ijzeren gordijn dat de A2 heet vind je de jongste wijk van Utrecht; Leidsche Rijn. Precies 20 jaar geleden begon de bouw van deze wijk en dit was tevens het begin van het Vinex-project Leidsche Rijn. Het project omvat naast de wijk Leidsche Rijn de oude woonkernen Vleuten en De Meern en vormen samen de grootste nieuwbouwlocatie van Nederland. Totaan 2025 wordt er nog volop gebouwd en tegen die tijd moeten er 33.000 woningen staan waar 100.000 mensen wonen en tevens moet het gebied werkgelegenheid bieden voor nog eens 40.000 mensen. Maar wat voor mensen wonen er nou in zo’n wijken en wat maakt ze zo speciaal in Nederland?
Als je SGPL-studeert ben je vast vaak genoeg doodgegooid met deze term, maar Vinex is een acroniem voor Vierde Nota Extra. Het omvat grootschalige nieuwbouw van woningen aan de rand van grote en middel-grote steden, met als doel om iets te doen aan het woningtekort in Nederland. Het moest daarnaast ook het zogenoemde ‘scheefwonen’ tegen gaan. Scheefwonen wil zeggen dat een persoon of gezin in een te goedkope (sociale-) woning in de stad woont, terwijl hij met zijn inkomen in een duurder huis zou kunnen wonen. De nieuwbouwlocaties moesten die mensen (en dan vooral de gezinnen) verleiden om hun goedkope woning te verruilen voor een duurdere Vinex-woning aan de rand van de stad. Vinex is uiteraard ook weer typisch Nederlandse manier van plannen en is tot stand gekomen door samenwerking tussen Rijk, Provincie en Gemeenten. In totaal zijn er 81 Vinexwijken verdeeld over 56 gemeenten, die vooral in de randstad maar ook wel daarbuiten (behalve in Zeeland) te vinden zijn. In 2014 woonde ongeveer 1 op de 20 Nederlanders in zo’n Vinex-wijk en dit aantal zal naar verwachting nog toenemen omdat nog niet alle wijken volledig afgebouwd zijn.
Rondom de inwoners van Vinex-wijken hangt een zeker stereotype; het zijn witte gezinnen met kinderen (en bakfietsen) die relatief veel te besteden hebben en zich daardoor een koopwoning in een Vinex-wijk kunnen veroorloven. Data van het CBS bevestigt een deel van dit stereotype. Zo zijn er in een Vinex-wijk verhoudingsgewijs meer koopwoningen (68,4%) ten opzichte van de rest van Nederland (56,5%). Ook zijn de lage inkomensgroepen minder te vinden in een Vinex-wijk dan in de rest van Nederland (24% tegenover 40%) en zijn de hoge inkomensgroepen in deze wijken juist meer te vinden (33% tegenover 20%). Het zal je ook niet verbazen dat er meer jonge kinderen (26% tegenover 17%) en jonge ouders in de leeftijd van 25 tot 44 (32% tegenover 26%) in de Vinex-wijken wonen dan in de rest van Nederland. Maar wat je misschien wel zal verbazen; de Vinex-wijken zijn niet zo wit (autochtoon) als je misschien zou denken. Met name de Niet-westerse allochtonen (of mensen met een niet-westerse migratieachtergrond, om even politiek correct te doen) vormen in de Vinex-wijken 17% van de totale populatie, terwijl dit in heel Nederland maar 12% is. Vooral mensen met een Surinaamse afkomst wonen relatief vaak in een Vinex-wijk. Hier vormen ze 5% van de bevolking en voor heel Nederland maar 2%, dus meer dan 2 keer zo veel.
Nieuwbouw is, zoals je zou verwachten, veelal duurder dan bestaande bebouwing, en dat vertaalt zich ook in de WOZ-waarde. De WOZ-waarde van Vinex woningen is gemiddeld 254.000 euro, terwijl de gemiddelde woningwaarde in Nederland zo’n 211.000 euro is. Voor de duurste Vinex-woningen moet je in de Haarlemmermeerpolder zijn (als je daar al wilt wonen). De Vinex-wijk floriande in Hoofddorp bestaat uit 164 woningen waarvan de gemiddelde woningwaarde 637.000 euro is (3 keer het Nederlands gemiddelde!!).
De Vinex is met al met al een heel doelgerichte manier van plannen; er zijn te weinig woningen, dus je gaat redelijk compact en efficiënt woongebieden ontwikkelen en het liefst ook op een aantrekkelijke locatie. Het gevolg van de Vinex, en met name de locaties die buitenstedelijk worden ontwikkeld, is dat ze vrij identiteitsloos zijn. Persoonlijk krijg ik er ook een beetje een Almere/Lelystad/Flevoland-gevoel bij (sorry als je daar vandaan komt), het is allemaal relatief nieuw uit de grond gestampt en als je er niet woont zal je er ook niet zo snel naartoe gaan. De mensen die er wonen hebben uiteraard wel een bepaalde identiteit/verhaal, maar het verhaal en de geschiedenis van een Vinex-wijk zoals Leidsche Rijn gaat nou eenmaal niet verder terug dan de afgelopen 2 decennia. Stel dat je ergens een dagje heen gaat dan zal je ook al sneller kiezen voor iets met een authentieke uitstraling/gevoel (noem elke willekeurige stad met een oud centrum). Ik keek dan ook op van een oproep die de Utrechtse VVD-fractie zo’n 2 weken geleden deed. Ze riepen op om melding te maken van ‘stadsplattegronden’ in de openbare ruimte waar Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern niet op te zien zijn. Maar zijn Utrecht aan de ene kant van de A2 aan Leidsche Rijn/Vleuten-De Meern aan de andere kant niet gewoon 2 steden opzich?
Als de Utrechtse Vinex-locatie een aparte gemeente zou zijn en volledig is afgebouwd, dan zou het op plaats 32 komen te staan van grootste gemeenten van Nederland en daarmee evenveel inwoners hebben als Venlo. Ook vormt de monsterlijke breedte van de A2 toch echt wel een zekere barrière tussen Leidsche Rijn en de rest van de stad. En met het nieuwe centrum wat kort geleden geopend is in Leidsche Rijn, is het van de meeste gemakken voorzien die je ook terugvindt in het centrum van Utrecht. Dus is het een volwaardig stadsdeel of een wereld opzich? Voor beiden is wel wat te zeggen, maar net zoals bij de discussie “Is het patat of friet?”, is het maar net aan wie je het vraagt (maar het is wel friet!).