Op 6 november vinden er in de Verenigde Staten de zogenoemde “mid-term elections” plaats. 1/3 van de senaat, het hele huis van afgevaardigden, 36 gouverneurs en nog veel meer andere politieke functies bij lagere overheden worden dan gekozen. Het wordt ook gezien als belangrijke graadmeter voor de populariteit van Donald Trump en kan bepalend zijn voor de rest van zijn termijn in het witte huis. De ogen van veel mensen zullen gericht zijn op Washington  D.C., het politieke machtscentrum van de Amerikaanse federale overheid welke ook in de internationale politiek een belangrijke rol speelt. Maar hoe machtig Washington D.C. dan wel niet mag lijken, als gebied heeft het in eigen land nauwelijks iets te zeggen.

Washington D.C. is gesticht in 1790 als stad en tevens als federaal district, met als doel om een gebied te creëren waarover het Amerikaans Congres zelf de bestuurlijke macht heeft. Voorheen moest het Congres rekening houden met het gezag van de staat waarin het bijeenkwam, wat veelal buurstaten van het huidige D.C. waren zoals Maryland en Virginia. Door het oprichten van dit federale district kreeg het Congres de exclusieve zeggenschap over het gebied waarin het bijeenkwam, wat vanaf toen Washington D.C. werd. De naam Washington D.C. staat voor Washington District of Columbia, genoemd naar de eerste president George Washington, maar wordt meestal afgekort tot Washington (niet te verwarren met de staat Washington) of simpelweg D.C. .

D.C. is 177 vierkante kilometer groot en ligt aan de oostoever van de Potomac rivier, die voor een groot deel de grens vormt tussen de staten Maryland en Virginia. Waar het district ooit groot genoeg was om de stad te begrenzen, is de stad tegenwoordig vele malen groter. Binnen de grenzen van het district wonen tegen de 700.000 mensen, maar in de metropoolregio Washington D.C. wonen ruim 6 miljoen mensen, wat zich uitstrekt tot ver in Maryland, Virginia en zelfs West Virginia (waar het niet eens aan grenst).

 

Kaart van Washington D.C. en de metropoolregio. Bron; Google Earth

Het district zelf is dus niet heel groot en er wonen in verhouding tot de metropoolregio niet heel veel mensen, maar Washington D.C. heeft politiek en staatkundig gezien al sinds zijn bestaan een aparte positie in de Verenigde Staten. Washington D.C. behoort tot geen enkele staat en is zelf ook geen staat waardoor het geen eigen gouverneur, huis van afgevaardigden of senaat heeft zoals andere staten dat wel hebben. Het hoogste overheidsorgaan in Washington D.C. is nog steeds het Amerikaanse Congres, dat de macht heeft over de begroting en de wetgeving van het district. Washington D.C. is ook niet vertegenwoordigd in datzelfde Congres, want het is geen staat en kan daardoor ook niet in de Senaat en het Huis van Afgevaardigden (waar het Congres uit bestaat) vertegenwoordigd worden. Het district heeft wel een afgevaardigde zonder stemrecht. Dit is al ruim 27 jaar de Democraat Eleanor Holmes Norton. Ze mag wel mee vergaderen in het Huis en wetten indienen, maar mag er zelf niet over stemmen.

De situatie bleef tot aan begin 1960 onveranderd, totdat de inwoners zelf in verzet kwamen tegen de in hun ogen gebrekkige vertegenwoordiging van hun district in het land (precies zoals de Amerikaanse Revolutie ook ooit begon). Heel revolutionair was het ook weer niet, maar toch wist men zaken te veranderen. Zo kregen de inwoners in 1961 stemrecht voor de Amerikaanse Presidentsverkiezingen, hetgeen men voor die tijd niet had. In 1973 trad de Home Rule Act in werking, een wet die ervoor zorgde dat het district een burgemeester en een gemeenteraad kreeg. Enkele jaren daarvoor trad ook de wet in werking die het district de eerder genoemde afgevaardigde zonder stemrecht gaf, een positie die eerder tussen 1871 en 1874 bestond. Ondanks dat hield het Congres de macht over de wetgeving en de begroting van het district, maar dit gaf de inwoners van D.C. al iets meer het idee dat naar ze geluisterd werd. Ondanks de democratisering in het district gedurende de jaren 60/70, is het gebied nog steeds niet vertegenwoordigd in het congres dat nota bene in hun eigen district zetelt. D.C. is daar helaas niet de enige in, ook overzeese gebieden van de Verenigde Staten zoals Puerto Rico en Amerikaans Samoa zijn niet vertegenwoordigd in het congres en moeten het doen met een afgevaardigde zonder stemrecht. Waar de 50 staten van de VS redelijk veel zeggenschap over hun eigen wetgeving hebben, zijn D.C. en de overzeese gebieden overgeleverd aan het congres dat de wetgeving van deze gebieden moet goedkeuren en ook tegen kan houden. Over iets minder dan 2 weken is het zo ver en gaan de Amerikanen naar de stembus. D.C. heeft meer inwoners dan Vermont en Wyoming (die wel vertegenwoordigd zijn in het Amerikaans Congres), de inwoners en bedrijven in D.C. betalen meer belasting dan 21 andere staten maar toch mogen ze 6 november niet voor het congres stemmen dat voor een groot deel het beleid in hun district kan bepalen. Ook zullen ze niet hun steun of afkeuring kunnen laten blijken over Donald Trump. De verkiezingen zouden er toe kunnen leiden dat het volledig nieuwe Huis van Afgevaardigden een democratische meerderheid krijgt (nu zijn de Republikeinen in de meerderheid) en dat de Republikeinen hun meerderheid in de senaat kwijtraken, met als gevolg dat Donald Trump het lastig gaat krijgen om controversiële maatregelen te nemen als de Democraten hem niet steunen. Van de kiezers in D.C. had Trump het sowieso al niet moeten hebben (als die nu mochten stemmen), want D.C. stemt bij andere verkiezingen altijd democratisch.

Als je meer wilt weten over Washington D.C., kijk dan dit filmpje van Last Week Tonight met John Oliver