Nationalisme, moeten we trots zijn of bang?
Vorige week toen ik door het winkelcentrum van Overvecht liep, vier dagen voor koningsdag, zag ik iets waar ik van moest glimlachen. Een wat ouder Turks koppel dat arm in arm het winkelcentrum doorwandelde, beiden met zo’n veel te foute feloranje stoffen hoed die je normaal gesproken alleen maar ziet bij dronken voetbalfans als het Nederlands elftal een keer wint. Ik vond het mooi, door de manier waarop het op me overkwam. Het waren twee mensen die trots en blij waren op Nederland en gewoon mee wilden doen aan de koningsdaghype. Niet zozeer omdat ze zelf Nederlands zijn of hier zijn geboren (dat weet ik niet namelijk) maar gewoon omdat ze het hier fijn hebben en trots zijn hier te wonen.
Zoals je misschien al opgemerkt had, worden nationalistische gevoelens in Europa steeds sterker. Denk bijvoorbeeld aan de Brexit en de door heel Europa steeds groter wordende populistische partijen. De vraag die ik hierbij wil stellen is; is de vlaag van nieuw nationalisme die zich aan het verspreiden is wel een gezonde vorm van nationalisme? Nationalisme wordt door het internet gedefinieerd als: een politieke ideologie die stelt dat de staat als politieke eenheid moet voortvloeien uit de natie als historisch gegroeide sociaal-culturele eenheid. Daar lijkt niks mis mee te zijn, maar als je gaat kijken naar waar het nationalisme voornamelijk vandaan lijkt te komen de afgelopen jaren, dan gaat er toch een belletje rinkelen. Met de globalisering in volle gang lijkt nationalisme namelijk in eerste instantie een logische reactie. De wereld wordt steeds kleiner, de culturen smelten samen en alles begint op elkaar te lijken. De reactie hierop is dan nationalisme, omdat mensen het idee krijgen dat hun identiteit wordt afgepakt. Dit is een natuurlijke reactie op wat er gaande is en hier is niet veel mis mee, zou het niet zo zijn dat er meer bij komt kijken.
Nationalisme wordt namelijk door politieke leiders aangewakkerd met gevoelens van xenofobie. De houding is compleet veranderd. Nationalisme betekent tegenwoordig niet alleen meer dan je trots bent op je eigen land en afkomst, maar ook dat je je land wil beschermen tegen mensen van buitenaf. ‘Dit is mijn land, ik ben hier geboren en we vertrouwen niemand van buitenaf om hier binnen te komen want zij komen hier niet vandaan en zullen dus alleen maar een last zijn.’ Een van de duidelijkste voorbeelden van de verandering in deze houding is de Brexit. Mensen worden aangestoken met ideeën dat de grootste problemen die hun land kan hebben een toestroom van migranten is, terwijl ze er niet bij nadenken wat alle negatieve gevolgen zullen zijn wanneer ze daadwerkelijk uit de EU stappen. Ach, zolang we in ieder geval maar geen vluchtelingen binnenkrijgen, toch?
Het nationalisme op zich is natuurlijk niet slecht, het heeft immers genoeg kansen tot vooruitgang geboden in de geschiedenis. We moeten alleen uitkijken dat we er niet in doordraaien. Elke politieke en maatschappelijke ontwikkeling zal een tegenreactie aanwakkeren, en dat is goed want zo blijft er een zekere balans. Het ding is alleen, hoe groter de initiële oprukking, hoe groter de reactie die daarop vloeit.
Gelukkig wonen wij in Nederland, een land dat zich heel nuchter opstelt tegenover zichzelf. Wij hebben het hier beter dan op heel veel plekken op de wereld, en daar mogen we inderdaad wat vaker trots op zijn. Toch vind ik het ook wel weer mooi dat de enige keren dat heel Nederland oranje kleurt en de vlag uithangt toch wel de specifieke dagen zijn waarop er een feestje te vieren valt en bier wordt gedronken.