Ruim een week geleden dook een van Nederlands bekendere geografen weer op. In een stuk van de Correspondent kwam Josse de Voogd opnieuw met zijn ‘Green Belt’ op de proppen. Met dit fenomeen is hij al vaker in de media geweest, samen met andere vermeende verbanden die hij vindt. Ik zeg vermeende, heel bewust, omdat het toch niet allemaal zo simpel is als het soms lijkt. In dit artikel geef ik mijn eigen mening over de uitspraken in het artikel van de Correspondent en eerdere uitspraken over de ‘Green Belt’. Daarom raad ik je aan om eerst het betreffende artikel te lezen:
https://decorrespondent.nl/9617/in-het-politieke-landschap-heeft-de-biblebelt-een-duurzaam-zusje-gekregen-de-greenbelt/1609242845848-cfed2ef7. De citaten die ik gebruik komen tevens uit dit artikel.

Op basis van de recente verkiezingsuitslagen constateert de Voogd een ‘Green Belt’: ‘ …, lopend vanaf de Noord-Hollandse kuststreek, via Amsterdam, het Gooi en Utrecht richting Zuidoost-Gelderland, …’ (De Correspondent) waar veel op ‘groene’ partijen wordt gestemd. De onderstaande figuur wordt onder meer gebruikt om dit te onderbouwen.

Bron: De Correspondent, 2019

Waar het hier in mijn optiek misgaat, is het gebrek aan nuance. Er wordt wel gezegd dat vooral hogeropgeleiden op deze partijen stemmen, en dat deze mensen vaak vooral in de gebieden wonen waar kennisindustrie van belang is. Maar om daar goed en wel uitspraak over te kunnen doen zijn ook daar cijfers van nodig. Hij noemt deze pieken van ‘groene’ stemmen ook gelijk al verbanden, terwijl voor een verband meer nodig is dat een bovengemiddeld aantal stemmen. Dat er in studentensteden veel op GroenLinks en D66 wordt gestemd, had ik je ook nog wel kunnen vertellen en is volgens mij een totaal open deur. Maar om dan gelijk te spreken van een verband en een heuse ‘Belt’ is naar mijn idee voorbarig.

De manier van het brengen van deze verbanden is mijns inziens ook kwalijk. Ze worden namelijk gebracht al voldongen feiten, waar dit dus niet echt zo is. Ook de bewoording speelt hierbij een belangrijke rol. Met een kop als ‘Waar afgehaakt Nederland woont’ om aan te geven waar anti-establishment stemmers wonen ben je behoorlijk aan het ‘framen’. Zo noemt hij ook de eerder genoemde gebieden waar kennisindustrie belangrijk is bloeiend en stelt hij deze gebieden tegenover de gebieden waar anti-establishment partijen de overhand hebben, alsof het twee absolute uitersten zijn. Hiermee insinueert hij al gelijk dat deze gebieden dus minder ‘bloeiend’ zijn (en ook dat de kennis-intensieve gebieden bloeien, terwijl ik toch ook niet dood gevonden wil worden op sommige van deze plekken). Terwijl het heus niet zo is dat het per se slecht gaat in gebieden waar mensen PVV of FvD stemmen, integendeel. Door het hele land kreeg vooral de FvD, bijna overal een vrij groot aandeel van de stemmen. Ook in Nijmegen, Amsterdam en Utrecht kreeg zij zo rond de 6 tot 10% van de stemmen, terwijl dit toch het kloppende hart van de ‘Green Belt’ zou zijn (AD, 2019).

Zoals ik al zei, de woordkeuze en manier van formuleren is voor mijn gevoel verre van objectief. Ik citeer: ‘Anti-Haagse sentimenten, een grotere wispelturigheid qua stemgedrag en de neiging op personen te stemmen in plaats van op partijprogramma’s vergroten hier [gebieden waar anti-establishment wordt gestemd van oudsher, red.] de kansen voor populistische partijen.’. Om het even door te lopen: Anti-Haagse sentimenten zijn van alle tijden en alle plekken, er worden altijd besluiten gemaakt waar mensen het niet mee eens zijn. Grotere wispelturigheid zien we overal sinds het vervagen van de verzuiling (CBS, 2017). De neiging om te stemmen op personen is (jammergenoeg, wat mij betreft) aanwezig, maar maken enkel de partijen met het populistische stempel zich hier schuldig aan? Hoe vaak heb ik Jesse Klaver, ook wel de ‘Jessias’ (om van te kotsen), wel niet op zien treden als de verpersoonlijking van zijn partij, waarop mensen vervolgens zeiden dat zij op Klaver gingen stemmen (in plaats van op GroenLinks)? Nou is populisme sowieso een vage term, maar het is duidelijk dat stemmen op een persoon hiertoe behoort, en vrijwel alle partijen zich hier wel eens aan vergrijpen.

De echte objectieve benadering mist in de uitingen van De Voogd, althans: dat vind ik. Het is ook de vraag of je regio’s of gemeentes zo makkelijk in hokjes moet willen plaatsen. Zo kom ik zelf van de ‘Bible Belt’, maar de SGP heeft allesbehalve mijn voorkeur. De conclusies en verbanden in het artikel van de Correspondent zijn te kort door de bocht en houden enkel stereotypes in stand. Probleem is wel dat objectieve artikelen vaak minder nieuwswaardig zijn dan artikelen waar een spannend nieuw concept uit komt rollen. Misschien moeten wij dan allemaal maar gewoon kritisch blijven kijken en is dat voor nu de oplossing.