De Butternacht

Ondanks het feit dat ik ondertussen al een paar jaar in het mooie Utrecht woon, vertel ik vaak lovend over mijn roots. Mijn verbazing was dan ook des te groter, toen ik een paar weken geleden voor het eerst hoorde over de ‘Butternacht’ in het Duitse Elten, op nog geen 10 kilometer van ‘mijn’ Didam. Op 1 augustus 1963 werd dit slaperige dorpje omgetoverd tot een centrum van ongelofelijke bedrijvigheid. Waarom? Omdat er die nacht geen invoerheffingen betaald hoefden te worden voor dit dorpje.

Het lijkt in deze tijden van open grenzen binnen de EU misschien vreemd om voor te stellen, maar het is pas sinds 1 januari 1993 dat er geen invoertarieven meer toegepast worden tussen de lidstaten van de Europese Unie onderling. In 1963 moest er dus ook nog altijd worden betaald wanneer transporteurs goederen naar onze oosterburen wilden vervoeren.

Hoe zat dat met Elten tijdens de Butternacht? Om dit te achterhalen moeten we eerst terug naar 1945. Na de Tweede Wereldoorlog ontstond er in Nederland de roep om een schadevergoeding om de geleden schade te compenseren. Om deze roep kracht bij te zetten werd er actief gepromoot door middel van brochures en pamfletten. Na enkele maanden verenigden de actievoerders zich in het Haagsch comité tot onderzoek van het vraagstuk der gebiedsuitbreiding van Nederland. Voorzitter van dit comité was de voormalig minister van Financiën Johannes van den Broek. Deze politicus was echter niet de enige aansprekende naam die zich uitsprak voor deze beweging. Onder andere de toenmalig minister van Buitenlandse Zaken – Eelco van Kleffen en koningin Wilhelmina waren fervent voorstander.

Afbeeldingsresultaat voor gebiedsuitbreiding ons recht

Er werden meerdere plannen voor de te annexeren gebieden opgesteld. Een van de best uitgewerkte plannen was van Frits Bakker Schut, secretaris van het comité. Zijn plan was om een groot deel van het noordwesten van Duitsland aan Nederland te plakken (zie ook de kaart). Naast de argumentatie dat de stukken land als schadevergoeding zouden gelden, werd ook aangedragen dat de grensgebieden sowieso altijd al verbonden waren geweest met elkaar, op politiek, religieus en cultureel gebied. Daarnaast zou deze ‘buffer’ de veiligheid en machtspositie van Nederland verbeteren. Toch was echter niet iedereen voorstander. Onderdeel van het plan was bijvoorbeeld om alle autochtone Duitsers uit deze gebieden te verdrijven. De geallieerden zagen ook niet veel heil in het plan. Zij beschouwden een stabiele Duitse staat als belangrijk voor Europa, zeker in verband met de groeiende invloed van de Sovjet-Unie.

Uiteindelijk werden er slechts enkele kleine stukjes Duitsland aan Nederland toegevoegd. En inderdaad: Elten was één van die stukjes. Na 14 jaar sloten Nederland en Duitsland echter weer een overeenkomst over de teruggave van Elten. 1 augustus was het dan zover. In de weken ervoor was het dorpje volgestouwd met goederen waar normaal flinke heffingen over betaald moesten worden. Toen het dorpje om middernacht weer (een onderdeel van) Duitsland werd, waren deze goederen dus legaal de grens ‘overgesmokkeld’. Naar schatting is er tussen de 50 en 60 miljoen gulden verdiend aan deze verschuiving van de grens. Er waren zoveel vrachtauto’s die op deze bewuste dag door het dorpje reden, dat het asfalt vervangen moest worden.