Een andere wereld dan we verwachten
Voor het vak Inleiding in de Economische Geografie heb ik onlangs twee TEDtalks gekeken. Hoewel de TEDtalks inhoudelijk verschillen hebben ze een ding gemeen; soms is iets niet wat het lijkt. Ben je benieuwd welke verassende inzichten de TEDtalks mij hebben gegeven? Lees dan gauw verder.
Voordat je begint met het lezen van dit artikel zou ik je willen vragen om de Rosling Test te doen (https://www.gapminder.org/). En wat is je score?
Ik had verwacht dat ik, zeker met de kennis opgedaan via deze studie, wel een hoop vragen zou weten. Wat bleek? Ik had er 2 van de 13 vragen goed. In een TEDtalk genaamd ‘how not to be ignorent about the world’ leggen Hans Rosling en zijn zoon Ola Rosling uit waardoor dit komt. Ze beweren dat we als mens onwetend zijn, wat komt door scheve informatie als gevolg een drietal bronnen. Allereerst hebben we een persoonlijk vooroordeel, gedeeltelijk gevormd door de buurt waar je bent opgegroeid. Ten tweede krijgen we te maken met gedateerde feiten, aangeleerd door leraren die hun leerlingen informatie doorgeven dat zij hebben geleerd toen ze student waren. Tot slot is het nieuws bevoordeeld; journalisten kiezen vaak het sensationele verhaal dat de koppen haalt. De scheve informatie en menselijke intuïtie zijn tezamen de reden waarom we de wereld ondersteboven zien. Trends waarvan we denken dat ze toenemen nemen eigenlijk af en vice versa. Dit is ook de reden waarom ik, net als vele andere, maar twee vragen goed heb.
Osla en Hans Rosling geven een eerste inzicht in het feit dat wat we denken niet altijd is wat het lijkt. Ook Pankaj Ghemawat toont ons in zijn TEDtalk dat de werkelijkheid anders ligt dan verwacht.
Ghemawat staat stil bij de vraag ‘Hoe globaal zijn we daadwerkelijk?’. Hij heeft data verzameld over stromen die zowel binnen nationale grenzen of over nationale grenzen konden plaatsvinden; één informatiestroom (telefonie), één mensenstroom (immigranten), één kapitaalstroom (directe investeringen) en één handelsstroom (export). Wat blijkt? Van alle minuten aan telefoonoproepen in de wereld, bestond vorig jaar maar 2% uit grensoverschrijdende telefoongesprekken. Ook zijn maar 3% van de wereldpopulatie immigranten uit de eerste generatie. Daarnaast is export, als een percentage van het bbp, minder dan 20%. Toch kom je vaak in officiële statistieken een percentage van 30% tegen. Hoe kan dit? Dit komt doordat wanneer een Japanse componentenleverancier iets naar China verscheept dat in een Ipod wordt verwerkt, en deze Ipod wordt verscheept naar de Verenigde Staten, dit onderdeel meerdere keren wordt geteld.
Deze cijfers tonen dat we nog niet zo ver geglobaliseerd zijn dat we leven in een wereld zonder nationale grenzen. Dit zou namelijk een internationalisatieniveau van ongeveer 90% impliceren. De reden waarom mensen de cijfers, die daadwerkelijk dus een stuk lager liggen, heel hoog inschatten komt onder andere door de gedachte dat technologie op korte termijn alle culturele, politieke en geografische barrières gaat overmeesteren. Wanneer we kijken naar Facebook, als voorbeeld van zo’n technologie, blijkt dat maar 10-15% van onze facebookvrienden in een ander land woont. Dit komt doordat we geen random vriendschappen sluiten op Facebook. Dus waarschijnlijk is een groot gedeelte van deze 10-15% vrienden die je hebt gemaakt tijdens een exchange in het buitenland. Volgens Ghemawat heeft de mens dus een visie van een ver-geglobaliseerde wereld, terwijl data toont dat we qua internationalisatieniveau nog lang niet zitten op een wereld zonder nationale grenzen.
Ik wil graag afsluiten door te vermelden dat dit artikel niet dient als een ontkrachting van het belang globalisering, maar enkel als illustratie dat de situatie soms anders is dan we verwachten. Zoals Ghemewat aangaf in zijn TEDtalk zitten we nog lang niet op het internationalisatieniveau wat wordt verwacht bij een ver-geglobaliseerde wereld. Het besef hiervan leidt juist tot het inzien dat er voordelen zijn van extra integratie.