Wim Eggink
Deze quarantaine hebben we allemaal tijd over. Ik heb een van die talloze vrije uurtjes gebruikt om lekker op het internet rond te snuffelen. Hier kwam ik een oud ingescand exemplaar van Oikos tegen. In de desbetreffende uitgave stond een artikel over de ‘Helden van V.U.G.S.’ Dit artikel ging over verschillende invloedrijke V.U.G.S.-ers die veel hebben betekend voor de maatschappij. Het begint met de ‘grootste held van allemaal’: Wim Eggink! Geïnspireerd hierdoor besloot ik ‘Een tempel der kaarten’ van Ben de Pater er eens bij te pakken en ook een stuk te schrijven over de helden die V.U.G.S. heeft gekend. Ik bleek echter al erg veel moeite te hebben om alles wat over Wim Eggink te vertellen is in één artikel te proppen, dat ik besloten heb dit artikel volledig te wijden aan misschien wel de beroemdste V.U.G.S.-er ooit.
Wim Eggink is geboren op 3 mei 1920 en schreef zich in 1938 in voor de studie Sociale Geografie in Utrecht. Vanaf 1941 maakte Eggink deel uit van het V.U.G.S.-bestuur en Eggink was ook erg betrokken bij het verzet onder Nederlandse studenten. In december 1942 werd duidelijk dat de Duitse bezetter meer Nederlanders aan het werk wilde zetten. Hiervan zou een aanzienlijk deel ook uit studenten bestaan. Op 14 december riep de Raad van Negen (de overkoepelende organisatie van het studentenverzet in Nederland, waartoe ook Wim Eggink behoorde) op tot een studentenstaking. Nadat de rector had geëist van de besturen van de Utrechtse Faculteitsverenigingen (waaronder V.U.G.S.) dat ze weer aan het werk gingen, legden Eggink, zijn bestuur en de besturen van andere faculteitsverenigingen hun functies neer. Om verdere escalatie te voorkomen werd de kerstvakantie van 1942 een paar dagen vervroegd. In januari 1943 kalmeerde de situatie weer en riep de Raad van Negen weer op om naar college te gaan.
Deze betrekkelijke rust duurde echter niet lang: in februari werden alle studenten namelijk verplicht om een loyaliteitsverklaring te tekenen. Deze verklaring hield in dat studenten geen actie zouden ondernemen tegen de Duitse bezetter. De Raad van Negen adviseerde tegen het tekenen van deze verklaring. Eggink en de rest van de besturen van de faculteitsverenigingen gingen hierin mee én schreven een brief aan de faculteiten om hun functie neer te leggen. Deze brief betekende een definitief einde aan het bovengronds bestaan van deze verenigingen in oorlogstijd.
Het verzetswerk van Eggink ging echter wel door: Hij richtte in 1941 het Utrechtse Studentencontact op, een Utrechtse verzetsorganisatie die het handelen van Utrechtse studenten in oorlogstijd coördineerde. Hij was ook een van de redacteuren die het verzetsblad ‘Slaet op den Trommele’ uitgaf en was hij ook betrokken bij de oprichting van ‘Ons Volk’, dat als verzetsblad op haar hoogtepunt een oplage had van wel 120.000 stuks. Daarnaast was hij ook nog eens redacteur van Sol Justitiae, een verzetsblad voor Utrechtse Studenten.
Begin 1944 kwam echter ook aan dit verzetswerk een einde. Op 21 januari 1944 werd Eggink om 6 uur ‘s ochtends opgepakt. In juli en augustus vond zijn proces plaats en werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf, eerst in Kamp Amersfoort en later in Tuchthuis Hameln. Hier overleed hij in april 1945.
Als eerbetoon werd in 2000 een zaal in het Academiegebouw vernoemd naar drie Utrechtse verzetsstudenten tijdens de Tweede Wereldoorlog: De van Lier Eggink zaal. Ook werd Eggink, samen met Buys-Ballot, in 2004 gekozen tot grootste UU’er aller tijden.
In 2005 besloot een groep enthousiaste V.U.G.S.-ers daarnaast om als eerbetoon ook een film te maken over Eggink. In 15 draaidagen werd in mei en juni, onder leiding van regisseur Dirk van der Pol, deze film geschoten. Hierover had cameraman Herman Vogel een leuke anekdote: Op maandag 6 juni stond een van de lastigste scenes uit de film op het programma. Deze scene speelde zich af bij de voormalige rechtbank aan de Korte Nieuwstraat in Utrecht en zou de slot-scene worden uit het verhaal. Naast de vele figuranten moest er een historische legertruck over het terrein rijden en dat alles zou in één lang crane-shot gevangen worden. Deze bewuste maandag was echter toevallig ook de eerste maandag van de maand: de dag dat de sirenes voor het luchtalarm werden getest. Net op het moment dat de vlaggen met hakenkruis werden uitgerold langs de gevel begonnen de alarmen dan ook te loeien, ‘Ik denk dat menig niets vermoedend passant hierbij zijn wenkbrauwen wel bedenkelijk gefronst heeft.’
Zoals ik al vertelde in de inleiding vond ik het lastig om het hele verhaal van Wim Eggink te vangen in één artikel. Dit is in ieder geval het verhaal in een notendop. Als je het leuk vond om te lezen/meer wilt weten, wil ik je aanraden om ‘Een tempel der kaarten’ van Ben de Pater er eens bij te pakken: daar staan veel meer interessante verhalen over de geschiedenis van geografiebeoefening in Utrecht. En ook de film komt vast binnenkort een keer voorbij op een (digitale) filmavond. En wie weet, misschien schrijf ik binnenkort nog wel een artikel over de geschiedenis van V.U.G.S. of de Sociale Geografie in Utrecht.