‘Iemand nog een vegetarisch kipstuckje?’
Minder vlees eten lijkt tegenwoordig iets te zijn dat veel mensen nastreven. Met name omdat het goed is voor het milieu, maar ook dierenwelzijn speelt hierin een rol. Daarnaast is gebleken dat het eten van vlees ook niet al te gezond is. Maar ook vegetariërs moeten natuurlijk nog wat te eten hebben. Het vlees in hun dieet maakt plaats voor vleesvervangers. Eén van de categorieën in vleesvervangers is het namaakvlees: vleesproducten nagemaakt in een vegetarische variant. De schappen liggen er tegenwoordig vol mee, en merken breiden hun assortiment alleen maar meer uit. Zo heeft supermarktketen Albert Heijn de afgelopen maand weer veel vegetarische “vleessoorten” op de markt gebracht. Er is altijd al veel te doen geweest om het bestaan en de benaming van deze producten. Maar wat is nou precies het bezwaar van de tegenstanders? En waarom heeft het Europees Parlement er toch vanaf gezien om productnamen als vegetarische kipstukjes te verbieden?
Eén van de pioneers op de markt van het vegetarische vlees is de Vegetarische Slager. Oprichter Jaap Korteweg stamt af van een boerengezin, maar besloot dat het roer om moest. Met name het dierenwelzijn, of liever gezegd: het gebrek daaraan, begon hem tegen te staan. Samen met topchefs, de beste slagers en techneuten is hij begonnen met het ontwikkelen van vegetarisch vlees, of zoals de Vegetarische Slager het noemt: Vleesch. Op deze manier kunnen mensen minder vaak vlees eten, maar hoeven ze de belevenis van het eten van vlees toch niet helemaal te missen. Het baanbrekende idee heeft ondertussen ook internationaal veel belangstelling. Ook heeft het bedrijf, dat pas tien jaar op de markt is, al vele prijzen mogen ontvangen.
Er zijn echter niet alleen fans van het concept, het heeft ook veel kritiek ontvangen. Het bezwaar begon in 2012, toen de Vegetarische Slager op zijn kop kreeg van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. De Vegetarische Slager moest een aantal van zijn productnamen aanpassen. Kipstukjes werden kipstuckjes en gehakt werd gehackt. Bovendien werd op elke verpakking extra duidelijk gemaakt dat het om een vegetarisch product ging. Het commentaar was namelijk dat het misleidend werd gevonden dat de vegetarische producten dezelfde namen hadden als echt vlees. Dit zou niet eerlijk zijn tegenover de consument. Naast de NVWA is ook de “normale” vleesindustrie ontevreden over het succes van het vegetarisch vlees. Volgens hen liften bedrijven als de Vegetarische Slager mee op het succes van de door hen bedachte producten en namen, terwijl ze tegelijkertijd keer op keer hard uithalen naar de “echte” slagers.
In 2016 verhevigde het bezwaar onder de naam #Schnitzelgate. Ook op Europees niveau ontstond er een discussie die steeds meer aandacht kreeg. Binnen de EU zijn er strenge richtlijnen over wanneer een product een bepaalde naam mag dragen. Zo mag sojamelk tegenwoordig geen sojamelk meer heten – er komt immers geen koe aan de productie te pas. Eerder dit jaar is de discussie -voorlopig- tot een einde gebracht. Er werd over de zaak gestemd binnen het Europees Parlement nadat de landbouwcommissie aan de bel had getrokken. Jammer voor de landbouwcommissie: de meerderheid van de lidstaten stemde tegen het verbod en voorlopig kunnen we dus nog rustig genieten van gehacktballetjes, roockworst en kipstuckjes.
Kopfoto:
Joris, Wikimedia Commons: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:De_Vegetarische_Slager_-_Den_Haag_2.jpg