De wereldrace in een klein stadstaatje

Een paar weken terug was het weer zover: de Grand Prix (benaming voor een Formule 1, oftewel F1 race) van Monaco, gelegen in het zuiden van Europa grenzend met Frankrijk en de Middellandse Zee. Afgelopen jaar ging de race niet door wegens het coronavirus, echter ging de race dit jaar wel door (met een kleiner publiek dan normaal). Hoe komt het echter dat er een race wordt gehouden met de snelste auto’s op de wereld in een kleine stadstaat, waar er weinig tot geen actie is vanwege de nauwe straatjes waar doorheen gereden wordt? Dat heeft grotendeels te maken met de geschiedenis achter het stadscircuit.

De Grand Prix van Monaco had zijn eerste race in 1929, iets meer dan 90 jaar geleden. Monaco wou destijds een rally (soort race op publieke wegen) evenement houden, echter kreeg Monaco niet de nodige licentie omdat er geen internationaal sportevenement gehouden werd. Om hier verandering in te krijgen stelde Antony Noghés (deels verantwoordelijk voor de rally rondom Monaco) voor om een race te houden in de stad. Hij zocht hierbij de hulp van twee monegaskische mannen: prins Louis II, en coureur Louis chiron. 

Na de eerste race werd er jaarlijks een Grand Prix gehouden in Monaco, t/m 1937 waarna hoge kosten en de Tweede Wereldoorlog voor een aantal jaren stilte zorgde. Een enkele race werd in 1948 gehouden, gevolgd door een in 1950: het eerste officiële jaar van F1. Juan Manuel Fangio, een van de meest succesvolle coureurs ooit in F1 met 5 kampioenschappen, had hier zijn eerste overwinning ooit in F1. Verder zag Louis Chiron na meer dan 20 jaar na het oprichten van de eerste race zichzelf derde eindigen, het beste resultaat dat hij in de F1 zou behalen.

Winnen in Monaco wordt als heel speciaal gezien, maar waarom? Het komt niet alleen door de oudheid van de race en de mooie omgeving, maar ook de uitdaging die het circuit voor coureurs brengt. Driemalig wereldkampioen Nelson Piquet beschrijft rijden in Monaco als “trying to cycle round your living room“, maar zei ook dat “a win here was worth two anywhere else“. Sindsdien zijn er twee coureurs geweest die synoniem waren met Monaco: Graham Hill, en Ayrton Senna. Graham Hill (ook wel Mr. Monaco genoemd) was dominant in de jaren 60 met 5 overwinningen op het krappe straatcircuit. Ayrton Senna, vaak gezien als de beste F1 coureur ooit, was nog meer dominant in Monaco. Hij heeft het record van overwinningen met 6, waarvan 5 achter elkaar. 

Monaco wordt vaak bekritiseerd als een saaie race, en terecht ook. Echter is het bekend geworden als “de kroonjuweel van F1”, en desondanks het tekort aan actie is de kans groot dat we in de komende jaren terug zullen komen.

Foto: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Grand_Prix_Monaco96_131954710.jpg