De angst die mannen niet kennen

Een kijkje in de alledaagse realiteit voor vrouwen via de feministische geografie

De coronavirusavondklok zorgt telkens weer voor rellen en plunderingen door het hele land. 99% van die avondklokrellers zijn man. Volgens Niels Spierings, universitair hoofddocent sociologie aan de Radboud Universiteit, komt dat doordat mannen minder goed met hun emoties en frustraties om kunnen gaan dan vrouwen. Er knaagt echter nog iets anders aan me. Zijn er wellicht geen vrouwen aanwezig bij de avondklokrellen omdat vrouwen eigenlijk hun hele leven met een avondklok moeten leven?

Veel vrouwen voelen zich onveilig op straat, overdag, maar zeker als het donker is. We zijn ons constant bewust van onze omgeving op het moment dat we alleen buiten zijn. Overdag, maar nog veel meer als de zon onder is. Ik kan ontelbaar veel voorbeelden noemen waar ik en mijn vriendinnen op letten ’s avonds na een avondje uitgaan. Allereerst fietsen of lopen we bijna nooit alleen naar huis. Als het echt niet anders kan bellen we de hele rit en delen we de live locatie van onze mobiel. Ook fietsen we soms vele (kilo)meters om, alleen maar om door een straat te fietsen waarvan we weten dat er genoeg verlichting is. Als je eenmaal veilig thuis bent aangekomen, vergeet dan nooit een berichtje naar de anderen te sturen, want anders word je de volgende ochtend wakker met een vol gespamde mobiel.

Zelfs als we alles goed doen, kan het desastreus misgaan. Kijk maar naar de Britse vrouw Sarah Everard, die begin maart dit jaar na een avondje bij een vriendin laat over straat liep, alle ‘veiligheidsmaatregelen’ toepaste, en toch werd gekidnapt en vermoord door een man die in dezelfde straat liep. Een politieman wel te verstaan, een man die in dienst was voor het bewaren van de openbare orde en veiligheid. Natuurlijk wil ik hiermee echt niet zeggen dat alle mannen geweldplegers zijn, maar dat onveilige gevoel bij vrouwen blijft bij elke man; dat onderscheid kun je namelijk niet maken in het donker.

Nu zul je misschien denken: “wat heeft dit nou met geografie te maken?”. Naast dat het onveilige gevoel dat vrouwen hebben een mondiaal (dus geografisch) probleem is, sluit het ook goed aan bij de feministische geografie. Deze heeft belangstelling voor de manier waarop vrouwen de ruimte beleven, interpreteren en definiëren.

Al in de 20ste eeuw streden feministen en sinds 1980 feministisch geografen, tegen de patriarchale en door mannen gedomineerde samenleving en voor de veiligheid van vrouwen in de openbare ruimte. Het lijkt in de 21ste eeuw steevast nog niet opgelost. Nog steeds leren vrouwen van jongs af aan wat ze kunnen doen om zich veiliger te voelen op straat. Op deze manier wordt jonge meisjes en vrouwen geleerd dat de ruimte om hen heen niet veilig is. Zo wordt de ruimte gestructureerd op basis van angst met als gevolg dat bepaalde plekken door vrouwen worden gemeden. Een goed voorbeeld is het omfietsen van mij en mijn vriendinnen na een avondje stappen. Het geweld van de dader wordt op deze manier geografisch gedefinieerd: wie niet slachtoffer wilt worden, moet bepaalde plaatsen en ruimtes mijden. Met als gevolg dat de vrouw wordt beperkt in haar geografische mobiliteit en de man die de gewelddaden pleegt nog steeds vrij rondloopt.

Als vrouwen vrij willen kunnen leven, moeten vrouwen op elk uur van de dag of de nacht overal alleen buiten kunnen zijn. Zonder dat ze worden beperkt door de avondklok genaamd ‘man’. Alleen dan verdwijnt de onbekende angst voor mannen – het constant over je schouder kijken en het bewust zijn van de ruimte om je heen – bij de vrouw.

Kopfoto: Wikimedia Commons, Mark Dixon, https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Trump-WomensMarch_2017-top-1060279_(32449985905)_(cropped).jpg