Zesduizend inwoners en een gigantische luchthaven

Op de kaart is te zien dat er met dit Deense dorpje iets vreemds aan de hand is: hoewel er maar 6600 mensen wonen, ligt er een vliegveld naast dat net zo groot is als het dorp zelf! Hoe is dit gekomen? Het antwoord zal je verbazen: LEGO.

Tot het begin van de twintigste eeuw was Billund vergelijkbaar met andere dorpen in Zuid-Denemarken. Er was een molen en er woonden een paar honderd mensen, en er was verder niet zo veel te doen. Misschien zou dat ongeveer zo gebleven zijn als de ondernemer Ole Kirk Christiansen in de jaren 10 en 20 van de vorige eeuw ergens anders woonde.

Christiansen kocht in 1916 een houtverwerkingsfabriek in Billund waarin hij meubels bouwde voor de boeren in de omgeving. Tijdens de economische crisis ging het slecht met zijn bedrijf, waardoor hij besloot om kleinere huishoudelijke producten als ladders en stoelen te gaan maken, maar ook houten speelgoed. Dit speelgoed bleek het beste te verkopen, en dus was LEGO geboren. In 1947 begon het bedrijf met de plastic bouwsteentjes die we nu allemaal kennen. LEGO groeide hiermee uit tot een groot speelgoedbedrijf.

Al in de jaren 60 bezochten jaarlijks 20.000 mensen de LEGO-fabriek in het dorp. Om het speelgoed nog meer te promoten werd er een groot attractiepark (5,7ha) naast de fabriek gebouwd, met als hoofdattractie een miniatuurstadje (geïnspireerd door Madurodam), volledig gemaakt van meer dan 25 miljoen LEGO-blokjes. Uiteindelijk werd Legoland nog vier keer zo groot.

De LEGO Group bouwde rond die tijd ook een privé-luchthaven in het noorden van het dorp, die later werd overgenomen door de omliggende gemeentes en uiteindelijk het op één na grootste vliegveld van het land werd. 

Billund is een duidelijk voorbeeld van een company town: een dorp waarvan de ontwikkeling vrijwel volledig werd bepaald door een individueel bedrijf. Het is bijzonder dat de hoofdfabriek (en -kantoor) van het grootste speelgoedbedrijf op aarde nog steeds in een dorp staat dat ongeveer even groot is als Bunnik. Deze unieke geschiedenis heeft niet per se positief uitgepakt voor de mensen in het dorp. Ondernemers in het (kleine) historische centrum geven aan dat ze Legoland als concurrentie zien, omdat toeristen alles in het park zelf kunnen kopen (kleding, voedsel, overnachting). Legoland is (bewust) niet direct verbonden aan het dorpscentrum, wat betekent dat de één miljoen (!) jaarlijkse toeristen nauwelijks in het dorp zelf komen. 

Het is dus de vraag tot in hoeverre LEGO Billund wel op de kaart heeft gezet, ondanks de enorme aanwezigheid van het bedrijf in het dorp. Tegenwoordig zijn er ook andere attracties, zoals een golfbaan, automuseum een luchtvaartmuseum en een waterpark, maar deze plekken worden relatief weinig bezocht omdat de meeste bezoekers zich op de grote hoofdattractie richten. Toch heeft Billund meer economische ontwikkeling dan vergelijkbare dorpen. 

Geen enkele planoloog zou aan de tekentafel een dorp als het moderne Billund verzinnen. Het is domweg toeval dat LEGO hier vandaan komt. Het feit dat één kapitalist en zijn familiebedrijf zoveel in de omgeving heeft kunnen bepalen is opmerkelijk in een land dat bekend staat om zijn sociaaldemocratische geschiedenis en links beleid. Denemarken heeft dan ook een stuk minder company towns dan andere landen als Nederland. Billund is waarschijnlijk ook het enige fabrieksdorp op aarde waarvan het leidende bedrijf een speelgoedfabrikant is. 

Ik moet eens kijken of ik nog wat LEGO dozen op zolder heb liggen…