Mini-Oikos Cuba | Politiek over rum, sigaren en honkbal

De verhouding tussen Cuba en de Verenigde Staten begon bij de Spaanse-Amerikaanse oorlog in 1898. In deze oorlog steunden de Verenigde Staten de Cubaanse opstandelingen die zich verzetten tegen de overheersing door de Spanjaarden. De Verenigde Staten doen dit vanuit de Monroe-doctrine. Deze doctrine vormde in die tijd het uitgangspunt voor de buitenlandse politiek van de Amerikanen en betekende dat de VS geen Europese machthebbers zouden dulden op het westelijk halfrond. Uiteindelijk wonnen de Amerikanen deze oorlog van de Spanjaarden en dit resulteerde later in de onafhankelijkheid van Cuba. Deze overwinning leidde onder andere tot de introductie van het populaire drankje Cuba Libre (vrij Cuba) waarin de populairste drankjes van Cuba (rum) en de Verenigde Staten (cola) zijn verwerkt.

De hulp van de Amerikanen zorgde ervoor dat de VS een dominante invloed kregen op het Caribische eiland. Dit duurde voort tot de Cubaanse revolutie in de jaren 50. Na deze revolutie werd Cuba een communistisch land met Fidel Castro als leider. Een communistisch land zo dicht bij huis zorgde natuurlijk voor argwaan bij de Verenigde Staten als leider van het kapitalistische westen. Nadat Cuba een communistisch land was geworden, werd de band met de Sovjet-Unie steeds sterker. Als reactie hierop besloot de Amerikaanse president Kennedy een embargo in te stellen tegen Cuba. Dit betekende dat er geen handel meer gedreven mocht worden met Cuba, waardoor de populaire, typisch Cubaanse producten zoals sigaren en rum niet meer verkrijgbaar zouden zijn voor de Amerikanen. Wel zorgde Kennedy ervoor dat hij zelf voorlopig nog geen afstand hoefde te doen van de Cubaanse sigaren. Vlak voor het ingaan van het embargo bestelde hij er nog vlug 1200 voor zichzelf.

De Cubaanse revolutie zorgde ook ervoor dat een grote migratiestroom op gang kwam van Cuba naar het nabijgelegen Florida. De Cubanen, die de oversteek waagden, waren mensen die op de vlucht sloegen voor het regime van Fidel Castro. Dit zorgde voor een aantal overwegend Cubaanse wijken in de Floridase steden. Little Havana in Miami is hiervan waarschijnlijk het bekendste voorbeeld. De houding tegen het communisme op Cuba is vandaag de dag nog goed merkbaar onder de Cubaanse Amerikanen. Zo neigen veel Cubaanse Amerikanen in hun politieke voorkeur meer richting de Republikeinse partij terwijl mensen met een achtergrond in andere Latijns-Amerikaanse landen overwegend Democratisch stemmen. De Republiekeinse partij is namelijk meer voorstander van het in stand houden van het embargo dan de Democratische partij.

Iets wat beide landen wel delen is de populariteit van honkbal. Veel getalenteerde honkballers hebben hun Cubaanse nationaliteit dan opgegeven om in de VS hoge salarissen te kunnen verdienen in de Major League Baseball. Zulke salarissen en de daarbij horende luxe zouden onder het communistische bewind van Castro nooit mogelijk zijn geweest aangezien hij de professionele competitie van Cuba had afgeschaft en Cubanen verbood om in het buitenland te spelen. Voor Cubanen die dus wel op hoog niveau wilden spelen en hiervan hun beroep wilden maken zat er dus niks anders op dan hun Cubaanse nationaliteit in te leveren en te vertrekken, ook wanneer dit betekende dat een terugkeer naar Cuba er niet meer in zou zitten.

Vanuit de Verenigde Naties maar ook binnen de VS zijn er diverse pogingen gedaan om het embargo af te zwakken of af te schaffen. Toch staat het momenteel nog altijd overeind. Vooral Cubaanse Amerikanen zijn nog altijd een groot voorstander van het in stand houden van het embargo. Het is dan ook niet waarschijnlijk dat er op korte termijn een verandering zal plaatsvinden. De Amerikanen zullen het voorlopig dus nog een tijdje zonder de Cubaanse sigaren en de Cubaanse rum moeten stellen.

Geschreven door Youri Hanssen