Het hardnekkige smetje op het EK 2016
Nu Oranje er niet bij is merken we er misschien wat minder van, maar een groot voetbaltoernooi is doorgaans hét wondermiddel om mensen van over de hele wereld met elkaar te verbinden. 90 minuten lang vergeten we alle politieke vetes, burgeroorlogen, olieruzies en andere internationale narigheden. Voor even draait het alleen maar om welk land het leder het vaakst tegen de touwen weet te trappen.
Dit EK leek dat niet anders te worden. Terreurdreiging mag dan wel als een zwaard van Damocles boven het al zo geteisterde Frankrijk hangen, het lijkt vooralsnog weinig af te doen aan de feestvreugde. Het zwaard is gelukkig nog niet gevallen, wellicht mede door de voorzorgsmaatregelen van het gastland. Als zelfs IS het EK niet kan verpesten, wie dan wel? Het verrassende antwoord hebben we inmiddels gekregen: hooligans.
‘Bestaan die dan nog? Ja, die bestaan nog’, zou Mart Smeets zeggen. Ze hebben zich alleen een tijdje op de vlakte gehouden. In de jaren ’80 vierde het hooliganisme zijn hoogtijdagen. Vooral in Engeland werd er flink op los gereld, gevochten en gesloopt. Sinds de jaren ’90 is de regelgeving verbeterd en zijn er in de Engelse stadions aanzienlijk minder incidenten. Maar wat niet meer in eigen land kan, kan nog wel op grote toernooien in het buitenland. En zo kregen de Britse hoolies het de afgelopen dagen aan de stok met groepen Russische relschoppers. Het gebruik van glazen, stoelen en staven als wapens werd hierbij niet geschuwd.
Het prototype Britse hooligan kennen we wel: de dronken, dikkige man die relschoppen eigenlijk veel interessanter vindt dan een voetbalwedstrijd. Maar die Russische hooligan is een nieuwe, angstaanjagende ontwikkeling. Het gaat hier om getrainde, extreemrechtse, ultranationalistische mannen, wiens grootste droom het is om de Britten van de hooligantroon te stoten. Bewapend met ijzeren staven proberen ze deze droom te verwezenlijken. Verbazingwekkender is dat ze hierbij gesteund lijken te worden door het eigen parlement. Igor Lebedev, fractievoorzitter van de ultranationalistische partij LDPR en voetbalbestuurder in Rusland, gaf op Twitter al aan ‘niets verkeerd te zien in fans die met elkaar vechten. Integendeel: goed gedaan en ga zo door!’. Hij prees de Russische hooligans die ‘hun land verdedigden tegen de provocerende Britten’.
En zo lijkt het EK toch niet het vreedzame, verbindende voetbaltoernooi te worden dat het had moeten zijn. Nationale trots is tot op een bepaalde hoogte ongevaarlijk, maar een roedel getrainde vechtersbazen met in de ene hand een Russische vlag en in de andere een ijzeren staaf is wel wat overtrokken. Het opkomende Russische hooliganisme is een alarmerende trend, zeker als het wordt toegejuicht door parlementsleden. Laten we hopen dat dit probleem opgelost is voordat het volgende grote voetbaltoernooi begint: het WK 2018 in Rusland, mede-georganiseerd door Lebedev…