De politiek heeft een vertrouwensprobleem
Met de Tweede Kamer verkiezingen op komst proberen politici op alle mogelijke manieren kiezers aan zich te binden. Via paginagrote advertenties in kranten tot het bericht dat je Kamergotchi honger heeft, aan de verkiezingen is bijna niet te ontsnappen. Ondanks alles stemt een groot deel van de mensen niet (bij de laatste verkiezingen 25%) en dat zijn jammer genoeg vooral mensen tussen de 18 en 35 jaar. Uiteraard is dat zorgelijk omdat jongeren die bijvoorbeeld nu voor het eerst mogen stemmen en dat niet doen, het misschien bij de volgende verkiezingen ook niet doen. Maar wat misschien nog wel meer zorgen baart dan de opkomst, is het vertrouwen in de politiek. Uit CBS onderzoek blijkt namelijk dat maar 31% van de burgers vertrouwen heeft in de Tweede Kamer. Even ter vergelijking: uit hetzelfde CBS onderzoek blijkt dat het vertrouwen in de Europese Unie rond de 34% ligt en dat het ambtenarenapparaat kan bij 41% van de burgers op vertrouwen rekenen.
Als ik voor mezelf na ga hoeveel vertrouwen ik eigenlijk heb in de politiek als geheel, dan moet ik toch ook wel toegeven dat het niet zo heel groot is. Den Haag en daarmee landelijke politiek an sich ligt voor mij als Limburger letterlijk ver van m’n bed. Misschien is het daardoor ook niet gek dat Limburg massaal op onze eigen Geert Wilders stemt en de rest van Nederland graag ziet dat Limburg verkocht wordt aan België of Duitsland (als ik toch moet kiezen doe dan maar aan België, mijn Duits is niet al te best).
Het vertrouwensprobleem is naar mijn idee niet alleen maar veroorzaakt doordat het ver van mijn bed ligt. Wat voor mij het vertrouwen in de politiek het ergste beschadigd heeft, is misschien nog wel het gedrag van politici zelf, en dan vooral op lokaal niveau. Zeer recent las ik in de krant nog een artikel over integriteitsschandalen en corruptie in de Nederlandse politiek, en dat dit vooral VVD-politici betrof. En dat voor de partij die al de afgelopen 7 jaar de landelijke politiek domineert en mensen oproept om weer “Normaal te doen of weg te gaan”. Verbazingwekkend genoeg blijkt dit voor de meeste burgers geen reden te zijn om niet op de VVD te stemmen. Want ook al is Nederland volgens de statistieken één van de minst corrupte landen ter wereld, het is een fenomeen wat ook hier nog steeds speelt.
Dat is nou ook precies wat ik heel kwalijk vind. In de media wordt vaak geroepen dat het vertrouwen in de politiek en de regering laag is, maar als het er op aankomt kunnen ze met verkiezingen nog steeds op steun rekenen. Want blijkbaar is het niet erg als politici betrokken zijn bij corruptie of andere schandalen die eigenlijk niet voor zouden moeten komen bij politici. Misschien dat je nu denkt “joh doe niet zo moeilijk daar heb je toch geen last van”, maar de waarheid is toch anders.
Wanneer het gaat over corruptie of vriendjespolitiek dan is de kans groot dat het ook over Limburg gaat. Dan heb ik het niet alleen maar over de plattelandsgemeenten waar ze de raadsvergaderingen in het dorpscafé houden, maar ook over stedelijke gemeenten zoals Roermond, waar ik zelf ook vandaan kom. In de volksmond wordt het ook nog wel eens “Palermo aan de Maas” genoemd, een bijnaam die pijnlijk genoeg wel een kern van waarheid heeft. Want als je de woorden corruptie en Limburg door google-afbeeldingen gooit kom je al snel uit bij een politicus wiens naam je misschien wel eens gehoord hebt, namelijk Jos van Rey (voor wie m kent is het El Rey). Men verdenkt Jos onder andere van ambtelijke corruptie en omkoping door met name zijn goede relatie met een Roermondse projectontwikkelaar. Daarnaast wordt hem ook fraude bij de sollicitatieprocedure voor een nieuwe burgemeester aangerekend. Los van of het allemaal strafbaar is of niet, vind ik het heel betreurenswaardig dat dit niet belangrijk gevonden wordt. Want de keren dat ik met andere mensen in gesprek raak over dit onderwerp en ook wat ik in landelijke media lees, wordt dit vaak goedgepraat met het argument dat deze politicus ”’toch zoveel voor Roermond heeft betekend”. Dat mag dan wel zo zijn, maar het praat naar mijn idee beschuldigingen van corruptie alles behalve goed. Maar blijkbaar is dit acceptabel, want deze politicus is nog steeds actief op zowel gemeentelijk als provinciaal niveau, en is nota bene met voorkeursstemmen gekozen. Waarschijnlijk denk je nu “wow lekker boeiend wat er in Roermond gebeurt”, maar ook op landelijk niveau speelt deze affaire. Want niet alleen de reputatie van Roermond en Limburg heeft het zwaar te verduren gehad, maar ook die van ministers en staatssecretarissen (Toevallig zaten ze allemaal bij dezelfde partij) en dat terwijl deze mensen toch van onbesproken gedrag zouden moeten zijn omdat ze dit land voor een deel draaiende houden.
Het is aan de andere kant ook wel weer zo dat meningen verschillen en iedereen maakt bij verkiezingen zelf de afweging wat hij of zij belangrijk vindt en op wie hij stemt. Ik zeg ook niet daar iets op tegen te hebben want we leven nu eenmaal in een democratie. De kern van dit stuk is dat ik vooral wil aankaarten dat we altijd kritisch moeten blijven richting de politiek en volksvertegenwoordigers, want zij dienen in principe het belang van de burger. En dan lijkt het mij niet meer dan normaal dat politici van onbesproken gedrag moeten zijn en niet in verband zouden moeten worden gebracht met corruptie of omkoping. Naar mijn mening gebeurt dit maar heel weinig, wat ertoe geleid heeft dat ik mijn vertrouwen in de politiek langzaam maar zeker aan het verliezen ben. Ik spreek uiteraard niet voor iedereen, maar ik denk dat affaires zoals in Roermond maar ook in andere steden niet bijdragen aan het vertrouwen van veel burgers in de politiek. Want als je het bestuur van je eigen stad niet eens zonder problemen kan vertrouwen, hoe moet je dan wel vertrouwen hebben in de Haagse politiek?. Om dan maar te zwijgen over het huidige kabinet, waar de bewindslieden net zo snel verdwijnen als het bier op een Vrimibo. Dus ik denk dat de politiek eerst eens uit de ontkenningsfase moet komen en iets moet gaan doen aan het imagoprobleem in plaats van te roepen dat jongeren geen interesse hebben in de politiek en ze dan maar proberen te betrekken bij de maatschappij door middel van een “Maatschappelijke Dienstplicht” zoals het onder andere het CDA en de PVV graag willen. Met een beetje van de politiek en een beetje van Maggi moet het echt niet onmogelijk zijn om het vertrouwen van de burger in de politiek te herstellen.