Zorg is een van de belangrijkste onderwerpen in het politieke debat voor de verkiezingen van vandaag. Partijen debatteerden volop over ouderenzorg, over de slechte staat van verpleeghuizen, het eigen risico, de werkdruk binnen de zorg, persoonsgebonden budget en zo nog vele andere onderwerpen. We kunnen er niet om heen: binnen de zorg zijn veel aandachtspunten en vaak verbeterpunten. Begrijp me niet verkeerd, elk van deze punten is ontzettend belangrijk, ongeacht of je voor-of tegenstander bent in het debat. Maar ik ben ontevreden. Voor mij hebben alle politieke partijen, links én rechts, een belangrijk punt in de zorg overgeslagen: wachtrijen in de geestelijke gezondheidszorg.

Ik ben ontzettend blij dat depressie en andere psychische klachten steeds meer begrepen worden door niet alleen de wetenschap, maar ook mensen die het geluk hebben om niet met deze klachten in aanraking te komen. Ik ben blij dat onbegrip in steeds meer mate plaatsmaakt voor begrip, en dat er openheid is om te praten over klachten. Ik hoef niet langer mijn problemen te verbergen. Ik ben niet langer bang om mij onbegrepen te voelen want zodra je je uitspreekt, blijken mensen juist vaak begrip te hebben voor je situatie. Maar passende hulp, daar kun je lang op wachten. Volgens onderzoek van het NIP (Nederlands Instituut van Psychologen) in 2016 kampt bijna de helft van alle psychologen met een te lange wachtlijst. Ondertussen zijn er heel veel psychologen die zonder werk zitten, en zeggen afgestudeerden psychologie dat hun diploma niks waard is. Psychologen komen niet, of via een uitbuitende en onderbetaalde werkervaringsplek aan het werk. Hoe kan het dat zij niet aan het werk komen terwijl er zo veel mensen zijn die hun hulp nodig hebben? Volgens de politiek komt dit door een slechte match tussen de opleiding en de arbeidsmarkt. Volgens hen kiezen studenten te vaak een opleiding waar weinig werk in te vinden is. Echter lijkt mij dit niet het probleem. Hulpbehoevende mensen zijn er genoeg, waarom zijn er dan te weinig banen voor psychologen?

De drempel voor hulp zoeken bij psychische problemen is hoog. Je denkt dat je het allemaal zelf wel aankunt, en het duurt weken, maanden, jaren voordat je beseft dat je dat niet kan. Je hebt hulp nodig, belt huilend je moeder op want je kan het niet alleen. Dan pak je uiteindelijk op een dag de telefoon op om je in te schrijven voor hulp. Het eerste gesprek is het moeilijkst, het voelt als opgeven want je gevoel van ik kan het niet alleen wordt op een confronterende manier bevestigd. Maar aan het einde van het gesprek hoor je, dat je moet wachten. Maar ik wacht toch al zo lang?

Acht maanden heb ik gewacht op iemand die mij kon helpen. De norm voor wachttijden die de GGZ aanhoudt is echter 6 weken, maar die wordt dus in de helft van de gevallen niet gehaald. Maar mijn verhaal houdt niet op bij die 8 maanden. Een jaar na mijn intake in de geestelijke gezondheidszorg is er nog onduidelijkheid over mijn behandeling. Voor mij gaat het wachten weer een tijd verder. Er moeten nog een aantal onderzoeken uitgevoerd worden om de therapie te vinden die aansluit op mijn specifieke problemen. Geschatte wachtrij voor deze onderzoeken: 6 maanden. Ik vroeg mijn behandelaar ‘Wat gaan we dan doen in die zes maanden dat ik moet wachten?’. Daar had ze alleen geen antwoord op. Zelf is ze bekwaam om die onderzoeken af te nemen bij mij, maar dat mag ze niet doen volgens de regels. Komende half jaar zal ik dus tegenover iemand zitten die de onderzoeken af kan nemen waar ik maanden voor moet wachten.

Ondertussen zijn enorm veel net afgestudeerde studenten psychologie op zoek naar een baan op niveau, maar kunnen dit niet of in onvoldoende mate vinden. Mensen die hulp zoeken hebben daar vaak lang over gedaan, en de wachttijd die hen vervolgens wordt opgelegd terwijl men op zoek gaat naar een behandelaar (die schijnend voor het oprapen ligt maar volgens het systeem werkt het anders) kan voor sommigen problematisch zijn. Iemand met een depressie, psychose, of met suïcidale of andere klachten kan niet maanden wachten tot iemand opstaat om hulp te bieden. Dus lieve politiek, ik wacht al zo lang, en met mij nog zo vele anderen.

 

Meer weten? De Monitor maakte een documentaire over de uitbuiting van starters en stagiaires, waarin onder andere afgestudeerde psychologen aan het woord komen.

Het NIP onderzoek verder uitgelegd vind je hier.