Utrecht is sinds dit jaar een stukje groen rijker. De planten moeten nog even groeien, maar dan heeft Utrecht een bijna kilometer lang park over de voormalige Oosterspoorbaan. Het is de nieuwe verbinding tussen de Koningsweg en de binnenstad (Spoorwegmuseum), langs studentencomplex IBB. Nog niet zo gek lang geleden reden hier treinen, nu is het een fiets- en voetgangersroute met ruimte voor verschillende nieuwe community initiatieven als een buurtmarkt en stadslandbouw.

Utrecht was een van de weinige Nederlandse steden met een complete spoorring rondom de stad, maar deze is niet meer geheel in gebruik. Het ene deel tussen het station en het Spoorwegmuseum dient voor een verdwaalde sprinter – het andere deel verloor diens functie. De spoorlijn gaf de indruk van een fysieke scheiding. Vooral omdat een groot deel van deze Oosterspoorbaan op verhoogd niveau lag, zorgde dit voor een ruimtelijke barrière in de stad. Met het nieuwe project ‘Oosterspoorbaan Park’ wordt de Oosterspoorbaan een plek voor en door de mensen van Utrecht en heeft als doel om een positieve impuls aan de identiteit en leefbaarheid van dit stadsdeel te geven.

Wanneer je over de oude spoorbaan loopt, zie je dat ook duidelijk gekozen is voor behoud van de voormalige identiteit als spoorbaan. Overal zie je nog restanten van bovenleidingen, Andreaskruizen, stootblokken en wissels. Naast een meer zachtere scheiding in dit deel van de stad – dient de Oosterspoorbaan ook in het grotere geheel als ‘groene verbinding’ in de stad, grenzend aan de Mintstroom en de Utrechtse singel aan de ene kant en het Kromme Rijn park en de Amelisweerd aan de andere kant.

Oosterspoorbaan, Utrecht (maart) Eigen foto

Mij doet dit park denken aan de New Yorkse ‘High Line’. Dit park is ook gecreëerd op een voormalige spoorlijn en trekt miljoenen bezoekers sinds 2009. Het park is er gekomen dankzij bezorgde bewoners die vreesden voor de sloop van een historische spoorlijn door de stad. Dit resulteerde in een linear park met een mix van wildernis, tuinen, van beleving en geschiedenis. Hoewel de High Line wat groter is dan de Oosterspoorbaan en dus niet geheel vergelijkbaar is, lijkt er sprake van een ‘High Line’ effect. Na het succes van dit lineare park in New York, wordt het concept overal ter wereld gekopieerd: Chicago, Philidelphia, Toronto, Rotterdam en nu dus ook Utrecht.

De High Line is een aanjager van opwaardering (lees: gentrification) van omliggende buurten, maar veel belangrijker is de attractie die de High Line is geworden en dus de bijdrage aan het (groene) imago van de stad. Ga je naar New York, dan ‘doe‘ je de High Line. Gekscherend wordt de vergelijking gemaakt met het Bilbao-effect: de architectuur van een Guggenheim museum als wondermiddel voor de stad. Waar het Bilbao-effect grandioos mislukte door top-down beleid, wordt gesteld dat de High Line groot is geworden dankzij samenwerking tussen overheid, bedrijven en bewoners. Waar de Guggenheim musea het slechte voorbeeld van city marketing genoemd worden, klinkt het verhoogde stedelijk groen een stuk aantrekkelijker. Parken zijn sowieso hip: stedelingen joggen, flaneren en ‘zijn’ in parken. Waar stadsbesturen zoeken naar meer ‘leefbaarheid’ en ‘aantrekkelijkheid’ vinden ze oplossingen in open ruimte en groen. Toch zijn deze ‘elevated linear parks‘ niet zoals de grote parken die wij kennen – wat vaak niet meer dan een groot grasveld is om te kunnen picknicken. Deze parken vraagt meer aan de bezoekers: ze vragen om ‘beweging’ en om te ontdekken.

Een succes wordt zo’n linear park niet zomaar. Een blog van ArchiNed heeft getracht de formule van de High Line te vatten:

High Line New York – Bron foto: Flickr by gigi_nyc
  • De basis: aanwezigheid van (verwaarloosd) post-industrieel erfgoed, maar ook een dichtbevolkte, welvarende en progressieve stadsbevolking
  • Word vrienden: de High Line leunt op grass-root
    High Line New York – Bron foto: Flickr by gigi_nyc

    organisatie (‘de Vrienden van’). In de woorden van ArchiNed: ‘zorg dat het park gaat leven, nog voor het er is’

  • Park als object: het park moet zichtbaar zijn, maar ook aanraakbaar en beleefbaar. Het ontwerp is hier in een belangrijke factor
  • Het park is een investeringsobject: dit klinkt vreemd voor een park, en critici vallen hier ook over, maar dit soort parken ‘kwantificeren’ de groene ruimte.

Gaat de Oosterspoorbaan net zo’n succes worden als de High Line? Dan moet het park ‘meer’ worden dan een recreatieve route tussen A en B. De Oosterspoorbaan heeft misschien haar omgeving niet mee – maar misschien gaat er een hoop veranderen in dit gebied. Het ligt dus vooral aan de Utrechters zelf – wat gaan ‘wij’ maken van dit nieuwe park met de potentie tot grootstedelijke allure in ‘ons kleine stadsie’.