Terwijl de wereldpopulatie maar blijft groeien, lijdt ook een steeds groter aantal mensen op de planeet honger. Het probleem is vaak het ontbreken van voedsel, maar vaker zit het probleem in de bereikbaarheid van het voedsel. Met dit mondiale probleem gaan er in toenemende mate mensen en bedrijven op zoek naar mogelijkheden om dit voedselprobleem op te lossen. De conclusie: er moet meer voedsel dichterbij de consument verbouwd worden. Een van de ideeën die hieruit voortkomen is het idee van stadslandbouw. Hierbij wordt gestreefd naar een oplossing van voedselproblematiek op een duurzame manier, en op een manier waarbij het voedsel op een meer directe wijze bij de consument terecht komt. In sommige steden lijkt deze bijdrage aan food security essentiëler dan in andere steden; vergelijk bijvoorbeeld maar het moestuintje van je hippe neef met de D-town Farm in Detroit. Het moestuintje van je neef is waarschijnlijk bedoeld voor de leuk, maar andere voorbeelden van stadslandbouw zoals de D-Town Farms spelen een belangrijke rol in het verzekeren dat mensen toegang hebben tot gezond voedsel*.

Stadslandbouw is al met al een redelijk bekend stedelijk fenomeen dat zowel door professionele bedrijven als door hobbyisten wordt toegepast. Recentelijk trekt een nieuwe vorm van stadslandbouw de aandacht, namelijk vertical farming. Hierbij wordt de grond die gebruikt wordt voor het kweken van voedsel als het ware opgestapeld, waardoor je in de hoogte voedsel kunt kweken. Juist door deze stapeling bespaar je veel landoppervlakte, iets waarvan een tekort van wordt verwacht in de toekomst. Vertical Farming richt zich in het bijzonder op de stad, omdat het de bedoeling is dat de bestaande (hoge) gebouwen in de stad worden gecombineerd met deze bijzondere vorm van landbouw. Zo kunnen bijvoorbeeld kantoorgebouwen worden verrijkt met , of leegstaande kantoorgebouwen worden omgebouwd tot landbouwareaal. De leegstand van kantoorgebouwen kan hierdoor ook worden benut, door de gebouwen her te bestemmen tot ‘farmscrapers’.

De gewassen die in de verticale landbouw groeien hebben geen zonlicht nodig, omdat er alternatieven zijn bedacht. Zo is er een speciale LED-lamp die de gewassen van het benodigde licht kan voorzien. Er zijn zelfs claims dat de groenten beter zouden groeien onder dit kunstmatige licht, dan dat ze afhankelijk zouden zijn van zonlicht. Tevens kunnen de gewassen weggehouden worden van insecten waardoor er geen of in aanzienlijk mindere mate pesticiden en insecticiden hoeven worden gebruikt. Dit heeft mogelijk ook positieve effecten voor de gezondheid van mensen. Ook is er geen risico meer op slechte oogsten doordat veel mogelijk schadelijke omgevingsfactoren (zoals insecten en slechte weersomstandigheden) worden geweerd. Ook kan het water dat gebruikt wordt om de gewassen te irrigeren opnieuw gebruikt worden, doordat het water na verdamping door de planten weer uit de lucht wordt gefilterd. Zo wordt er dus ook bijgedragen aan het besparen van water.

Een ander positief aspect van de toepassing van de vertical farms is de besparing van energie en transportkosten. Momenteel wordt voedsel over de hele wereld getransporteerd: onze boontjes komen uit Egypte en onze bananen uit Colombia. Het aantal zogenaamde ‘foodmiles’ van veel producten is dus behoorlijk groot. Vertical Farming kan bijdragen aan het verkleinen van deze foodmiles, waardoor energie en transportkosten worden bespaard. Doordat gewassen voor een deel in de stad kunnen worden verbouwd in plaats van op landbouwgrond buiten het stedelijk gebied, of aan de andere kant van de wereld, wordt er minder afstand overbrugd tussen producent en consument. Dit komt tevens mooi overeen met het tegenwoordige streven naar lokale producten.

Vertical Farming staat dus volop in het teken van efficiëntie. De voordelen, net als de mogelijkheden, zijn talrijk. Nadelen van de techniek lijken minder talrijk. Als eerste wordt genoemd dat het opzetten van de vertical farms in eerste instantie een kostbare investering zal zijn. Hier komt bij kijken dat het nog niet zeker is of en wanneer de maximale capaciteiten van het systeem bereikt zullen worden, waardoor de investering misschien risicovol is. Een tweede nadeel dat wordt benoemd is dat niet alles verbouwd zal kunnen worden via verticale landbouw omdat niet ieder gewas zich leent voor deze manier van landbouw. Er zijn dus minder producten om uit te kiezen. Verder wordt ook verwacht dat er vanuit de maatschappij weerstand kan komen op de techniek. Bezwaren zouden kunnen zijn dat het ‘niet natuurlijk’ is om gewassen op deze manier te verbouwen zonder zonlicht. Een snelle blik op de facebookpagina van Foodwatch Nederland, waar in een post wordt verwezen naar de verticale ‘slafabriek’ die Dronten krijgt, bevestigt dit idee. ‘dit is net zo iets als legbatterijen voor kippen. Sla hoort buiten in het zonnetje’. Anderen zijn fel tegen het gebruik van ‘zulk soort genetisch gemanipuleerde praktijken’. Het feit dat er binnen de verticale landbouw niet wordt gewerkt met GMO’s (die overigens juist veel voordelen hebben voor de wereldvoedselproductie) of wat genetische modificatie inhoudt hebben deze mensen nog niet begrepen.

De techniek van de Vertical Farms is zeker veelbelovend, maar helaas zijn we er nog niet. Momenteel wordt er wel op grote schaal getest in voornamelijk Amerika en Japan (en ook al op kleine schaal in Nederland!), maar er is nog veel onderzoek nodig om de efficiëntie te maximaliseren en er het meeste uit te halen. Op dit gebied werken onderzoekers uit vele verschillende gebieden mee, om de techniek vanuit alle mogelijke kanten te onderzoeken en te verbeteren. Al met al stevenen de Vertical Farms af op een vruchtbare toekomst.

 

Meer weten? Dickson Despommier, professor in microbiologie en gezondheid aan Columbia University in New York, schreef een boek over de toepassingen van verticale landbouw in zijn boek ‘The Vertical Farm: feeding the world in the 21st century’. Of kijk op deze website.

 

*Als je hier meer over wil weten raad ik je het boek van Brian Doucet aan; Why Detroit Matters: decline, renewal and hope in a divided city.