Sinds we er in de 20e eeuw met z’n alle massaal achter kwamen dat we ook iets leuks konden doen in alle uren die we wekelijks glazig naar een stoffige priester zaten te turen, is de aanhang van het geloof behoorlijk afgenomen. Dit heeft er in toenemende mate voor gezorgd dat kerken in met name de steden leeg zijn komen te staan en dat kerkgemeenschappen niet meer genoeg geld hebben om al hun gebouwen te onderhouden. Ook veranderingen in de van oudsher aanwezige bevolkingssamenstelling van stadswijken heeft hieraan bijgedragen, bijvoorbeeld de komst van yuppen naar gentrificerende buurten waar voorheen met name mensen uit de katholieke gemeenschap woonden. De hoeveelheid leegstaande kerken anno 2017 is zo groot dat de meeste gemeenten met de handen in de haren zitten over wat ze in godsnaam aan moeten met deze religieuze erfenis. Ondanks dat zijn de gemeenten, de gemeenschappen en burgers het er over het algemeen over eens dat de kerken behouden moeten blijven. Er zit dus maar één ding op: herbestemmen. Het lijkt op het eerste gezicht natuurlijk niet moeilijk iets nieuws te vestigen in een kerk maar het herbestemmen van religieus vastgoed is een stuk ingewikkelder dan het lijkt. Dit heeft te maken met een aantal zaken.

In de vorige eeuw werden leegstaande kerken vaak gesloopt. Ze waren immers gebouwd op kostbare en gewilde grond. Dit gebeurde met name in de buitenwijken maar het liet enorme gaten in het aangezicht van de stad achter. Een dergelijke aanpak zou dus desastreus zijn voor het aangezicht van bijvoorbeeld het stadscentrum. Dit is nu een van de voornaamste redenen dat de er bij het herbestemmen van kerken heel voorzichtig te werk gegaan wordt. Ook de emotionele waarde van kerken is groot. Het zijn belangrijke ‘landmarks’ voor buurtbewoners en binnen de geloofsgemeenschap vormen ze voor sommige mensen een soort tweede thuis.

Een aantal kleinere kerken zoals die op de Bemuurde Weerd in Utrecht zijn inmiddels omgebouwd tot woonhuis. Dit kan echter niet met alle kerken gebeuren omdat dat afbreuk zou doen aan het imago van de stad en simpelweg omdat de kosten voor het ombouwen en onderhouden van grotere kerken als woonhuis te hoog zouden worden. Daarom heeft de gemeente nu het nobele streven bedacht om iets van de oorspronkelijke functie van de kerken in de binnenstad in stand te houden, namelijk de kerk als ontmoetingsplek. Het beste voorbeeld in Utrecht is misschien wel de Westerkerk. Hierin komt een design hotel en een restaurant maar blijft de binnenkant van het pand wel het verhaal van de kerk vertellen. Ook blijven de bedrijven die erin komen een maatschappelijke functie vervullen, het worden namelijk leerbedrijven voor mensen met meer afstand tot de arbeidsmarkt en het gebruik van ruimtes in het gebouw door buurtverenigingen word aangemoedigd.

Dit gedeeltelijke functiebehoud van de kerken is natuurlijk een mooi streven. Maar er staan op het moment zoveel kerken leeg dat het geen oplossing is voor al die gebouwen. Dus misschien zou er wat gas terug genomen moeten worden met het nobele streven en zouden we een kijkje over de grens moeten wagen. Daar zijn namelijk al talloze voorbeelden van kerken met een compleet nieuwe functie, tot groot genoegen van veel mensen. Zo heeft een klimvereniging in manchester zijn intrek genomen in de Saint Benedicts Church zodat de kerk niet zou worden gesloopt of zou verloederen, maar mooi in het straatbeeld blijft en het gebouw bleek er uiterst geschikt voor. Een ander voorbeeld is het Claybury Asylum in de buurt van Londen, een kerk die nu dient als zwembad.

Saint Benedicts Church

Natuurlijk zullen veranderingen als deze tot eindeloze discussies blijven leiden. Maar zo lang het geloof uit de samenleving blijft verdwijnen zijn de opties om deze bijzondere gebouwen in goede staat te bewaren beperkt en zullen er misschien helaas gevoelsmatige offers gebracht moeten worden.