Van Unnik Praat #22: Een tweede half jaar op een tweede besneeuwde bestemming

Een tweede half jaar op een tweede besneeuwde bestemming

In deze rubriek genaamd Van Unnik Praat krijgen we een kijkje in de keuken bij SG&PL. Docenten, studenten, stagiaires of andere SG&PL insiders komen aan het woord in deze rubriek. Vandaag presenteren wij: Jordi Bakker, vierdejaars V.U.G.S.er en SGPL-student, op stage in Estland.

Vrijdagmiddag 12 januari. Langs de legerbarakken rijden we de laatste meters naar het vliegveld in Weeze. Het is de tweede keer dit collegejaar dat m’n ouders me naar een vliegveld brengen om me vervolgens een half jaar te moeten missen. Het afgelopen semester heb ik in Noorwegen gezeten om daar op Erasmus-uitwisseling de laatste studiepunten voor m’n bachelor binnen te sprokkelen. Nu dat gelukt is ben ik onderweg naar Estland, voor een half jaar durende stage op de Nederlandse ambassade in Tallinn.

Weeze en Tallinn zijn twee plaatsen die al eerder via onze studie aan elkaar gelinkt zijn geweest. Bijna twee jaar geleden vlogen we namelijk vanaf hetzelfde vliegveld ook naar Tallinn, toen voor de buitenlandse excursie. Die reis, die naast Estland ook de andere Baltische staten en Wit-Rusland aandeed, is dan ook één van de redenen dat ik nu wéér onderweg ben naar de Estse hoofdstad. Ik was medeorganisator van de Buitex van 2016 en mede dankzij de kennis die ik tijdens het organiseren van die reis heb opgedaan, heb ik deze stage op de ambassade in Tallinn weten te bemachtigen.

De besneeuwde weg van het vliegveld naar het centrum van Tallinn is voor mij bekend terrein en dankzij de snelle tramverbinding sta ik een half uurtje na aankomst voor de deur van wat m’n huis voor het komende half jaar zal zijn. Ik was bang niet zo veel mensen te leren kennen als dat het geval was in Noorwegen. Ik val hier immers niet meer onder de Erasmusstudenten maar moet elke dag van negen tot vijf aan de bak. Nadat m’n nieuwe huisgenoten me meteen de eerste avond meenemen voor een biertje (oké, het werd er meer dan één) in de stad, is die angst al grotendeels verdwenen.

Behalve dat m’n huisgenoten me na elke lange werkdag met verleidelijke voorstellen proberen mee te lokken naar weer een nieuwe bar waar weer nieuwe leuke mensen op me wachten en ik met diezelfde huisgenoten in de weekenden op mini-roadtrips ga, is er ook een hechte en actieve stagiairsgemeenschap in Tallinn. De stagiairs van de ambassades zien elkaar niet alleen bij bijeenkomsten van ministeries en presentaties van rapporten, maar ook in hun vrije tijd. In de maand die ik hier nu zit ben ik al naar een huisfeestje geweest van een Franse stagiair, ben ik uit eten geweest met de Noren en Amerikanen en afgelopen weekend hebben we het spel ‘Diplomacy’ gespeeld bij de Japanse stagiair thuis.

Op de ambassade zelf is geen dag hetzelfde, wat het voor de chaos-liefhebber die ik ben ongelooflijk leuk maakt. De ene dag breng ik door met bezoeken van een seminar over hoe de Krim weer Oekraïens kan worden, de andere met het schrijven van een verslag over een presentatie over de Estse bestrijding van nepnieuws afkomstig uit Rusland en weer een andere dag bestaat uit het bijwonen van een debat in het Estse parlement. Waar het organiseren van een Buitex je wel niet kan brengen…