Positieve discriminatie; twee woorden die je niet snel naast elkaar zult verwachten, maar een concept dat met enige regelmaat door werkgevers wordt toegepast. Het komt erop neer dat werkgevers een vorm van discriminatie mogen toepassen om meer diversiteit binnen hun bedrijf te krijgen. Zo mogen zij met toestemming van de overheid bij gelijke vaardigheid van de sollicitanten hun voorkeur uitspreken over een vrouw of een Nederlander met een migratieachtergrond over een (blanke) man. Een concept dat in theorie een positief effect heeft op zowel integratie als vermindering van de discriminatie, maar waar in de praktijk toch enkele gevaren op de loer liggen.

De uitleg van het rijk stelt dat een werkgever inderdaad hun voorkeur mogen geven aan bijvoorbeeld vrouwen of allochtonen, maar alleen als deze groepen beduidend ondervertegenwoordigd zijn binnen het bedrijf of de regio. Daarnaast mogen zij mensen die niet binnen een bepaalde groep vallen niet uitsluiten bij het kiezen van een werknemer. Verder staat het volgende vermeld op de site van de rijksoverheid: “Er is geen overheidsbeleid dat stelt dat minderheden of vrouwen structureel voorrang moeten krijgen.” (rijksoverheid.nl) De werkgever mag dus op zelf beslissen of hij meer minderheden binnen zijn bedrijf wil hebben werken. Dit kan in sommige gevallen tot problemen lijden doordat zowel de werkgever als de potentiele werknemers geen wet hebben om zich aan vast te houden. Mocht de werknemer een vrouw of een allochtoon boven een autochtoon of man verkiezen naar aanleiding van deze voorschriften, moet hij deze keuze dus zelf beargumenteren tegenover diegenen die de baan niet hebben gekregen.

Een voorbeeld van hoe het niet moet komt van het rijk zelf, waarbij de politie Amsterdam op zoek was naar een nieuwe politiechef in de stad. In de vacature die online was geplaatst stond expliciet aangegeven ‘Om te zorgen dat de samenstelling van de teamchefs daadwerkelijk diverser wordt, wordt een kandidaat geselecteerd met een andere culturele achtergrond.” Hierbij wordt ten eerste de fout gemaakt dat er niet gekeken wordt naar kwaliteit of geschiktheid waardoor de objectiviteit van de werkgever al in twijfel kan worden getrokken. Verder voelden zowel de autochtone als de allochtone groep werknemers zich onprettig bij het bericht. De autochtone politiemedewerkers voelde zich gediscrimineerd, terwijl de allochtone groep zich juist voorgetrokken voelt. (AD, 2017) Dit kan er dan ook voor zorgen dat het concept van ‘positieve discriminatie’ juist een averechts effect heeft op het diversifiëren van het werknemersbestand in Nederland.

Ook in Belgie komt positieve arbeidsdiscriminatie voor en ook hier klinkt er veel tegengeluid vanuit hoogleraren en de media. Zo stelt hoogleraar arbeidseconomie Stijn Baert dat het slechts de achterstelling van een bepaalde groep maskeert door feitelijke discriminatie van andere groepen. (Tijd, 2018) Daarnaast zou het niet alleen moeten gaan om mensen met een migratie achtergrond, maar zou positieve discriminatie ook op bredere schaal toegepast moeten worden om ook leeftijdsdiscriminatie tegen te gaan. In Belgie zijn ze dan ook iets verder doorgeslagen met het concept van positieve discriminatie. Hier zijn bepaalde quota’s gesteld voor bepaalde banen die opgevuld moeten worden door vrouwen, etnische minderheden of mensen met een handicap. Volgens sommige is dit in strijd met de grondwet, aangezien dit een subtiele vorm van discriminatie zou zijn.  Ook in Belgie wordt er gevreesd dat ‘positieve’ discriminatie uiteindelijk zorgt voor meer discriminatie en polarisatie in het land. (Knack, 2017)

Desalniettemin kan positieve discriminatie ook goed uitpakken, als het maar op de juiste manier wordt toegepast. Dit blijkt uit een onderzoek van econoom Esther Duflo naar vrouwelijke beleidsmakers in het oosten van India. Er is hier een quotum ingesteld dat minstens een derde van alle publieke functies bekleed moeten worden door vrouwen.  Duflo’s expiriment bestond uit een politieke speech die zij zowel door een mannelijke als door een vrouwelijke stem liet horen aan verschillende dorpen. In dorpen met uitsluitend mannelijke bestuursleden werd dan ook de mannelijke speech als beste genoemd, terwijl in dorpen met vrouwelijke bestuurders, de mannelijke en vrouwelijke speech evenveel stemmen kregen. Verder zet het vrouwen ook meer aan om zich in te zetten voor een publieke functie en werden er ook naar vrouwelijke rechten gekeken bij het maken van beslissingen (Duflo, 2004)

Positieve discriminatie lijkt in de grondbeginselen een prachtig concept dat doelt op het verminderen van discriminatie en het diversifiëren van de werkvloer.  Het blijkt echter dat dit gewenste effect niet altijd het geval is en dat het zelfs in veel gevallen lijdt tot meer polarisatie en discriminatie binnen de maatschappij. De blanke mannen voelen zich achtergesteld omdat zij mogelijk exact dezelfde eigenschappen en competenties hebben als hun vrouwelijke of allochtone tegenhangers. Dit alles terwijl de vrouwen en allochtonen die worden ‘voorgetrokken’ door discriminatie hier niet omgevraagd hebben. Het concept van positieve discriminatie is mooi, maar er moeten veel kanttekeningen bijgezet worden of het wel het gewenste effect heeft en niet zijn eigen graf graaft.

Chattopadyay, R & Duflo, E. (2004). Women as policy makers: evidence from a randomized policy experiment in India. Econometrica, 72(5), 1409-1443.