Vanaf 2021 zegt de EU dag tegen zomer en wintertijd. Na jaren discussiëren was het parlement het vorige week dinsdag met elkaar eens. Niet langer zal de klok voor of achteruit gaan. Hoewel het parlement de knoop door hakte, lijkt de echte kracht achter de beslissing te liggen bij niemand meer dan de Europese ministers van transport. In oktober voerden ze al actie tegen het draaien van de wijzers, ze hadden alleen nog de toestemming van het parlement nodig.

Maar hoe zijn de ministers van transport in deze machtspositie terecht gekomen? Wie heeft eigenlijk het laatste woord als het op tijd aankomt? De onvrede bij de ministers komt vooral uit het feit dat discussie over tijden erg problematisch en zelfs gevaarlijk kunnen zijn voor transportnetwerken. Het gaat niet alleen om de stress en onduidelijkheid die het veroorzaakt; Europese ministers laten weten dat deze lappendeken aan manieren hoe we met daglicht omgaan voor miscommunicatie kan zorgen in bijvoorbeeld luchtvaartregulering. Vliegtuigen starten en landen op verschillende tijden als ze continenten overvliegen. Dat kan snel voor onveilige situaties zorgen, hetzelfde geldt voor treinstations en bij andere publieke transportdiensten.

“It would make no sense if Germany or Hungary and Italy and Austria had different time systems,” zei de minister van transport van Oostenrijk in de krant Die Welt. Wel is het volgens hem belangrijk om debat te voeren over welke tijd dan als standaard gezien moet worden; zomer- of wintertijd? Het lijkt vooral een debat waar de EU zich over moet buigen, maar er blijken meer partijen met hetzelfde probleem als te kampen. In de VS heeft het departement van transport de autoriteit om de nationale tijdzones te beheren. Staten kunnen hun voorkeuren aangeven maar in de wet staat geschreven dat het departement uiteindelijk bepaald wat de tijdsgrenzen zijn en wat er op de klok van de Amerikaanse bewoner staat. Het departement schrijft op hun site dat tijdzones, transport en internationale samenwerkingen samen zijn gegaan zolang als de mens zich over de wereld beweegt:
In 1883, U.S. and Canadian railroads adopted a four-zone system to govern their operations and reduce the confusion resulting from some 100 conflicting locally established “sun times” observed in terminals across the country. States and municipalities then adopted one of the four zones, which were the eastern, central, mountain, and Pacific Time zones.  Local decisions on which time zone to adopt were usually influenced by the time used by the railroads.

Het idee van zomer- en wintertijden is vooral populair geworden in Europa in tijden van crisis. Tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog werden ze gebruikt om meer energie te besparen door meer gebruik te kunnen maken van het daglicht. Veel landen maakte rond de 1960 geen gebruik meer van de maatregel. Maar tijdens de oliecrisis in de jaren zeventig is het idee weer opgekomen. De crisis had een groot effect op Europa en om alle soorten grondstoffen te besparen werd zomer- en wintertijd weer ingevoerd, tot ergernis van de burger die er wederom weer aan moest wennen.

Wat het extra moeilijk maakt voor Europese landen is het feit dat de hoeveelheid daglicht per seizoen ontzettend verschilt. Vooral voor de Noord-Europese landen rond de arctische cirkel is het of bijna altijd licht of bijna geheel donker op een dag. Dit geldt natuurlijk maar voor een klein percentage, maar dat neemt niet weg dat er enkele steden zijn waar je op een zomerse nacht uit kan gaan, om na enkele uren dansen midden in de zon uit de club te kruipen. Aan de andere kant leven die steden ‘s winters in het donker. Zeker in die steden is daglicht (en het tijdstip waarop dit daglicht er is) nog meer waard. In Schotland kan daglicht besparen het verschil maken tussen je halve werkdag in het donker leven of toch nog die ene zonnestraal. Al helemaal belangrijk voor mensen die buiten werken.

Er valt dus wat te zeggen voor zomer- en wintertijden, maar het argument van energie besparen wordt langzaam achterhaald. Misschien doen we inderdaad wel wat later de lampen in huis aan, maar die lampen nemen tegenwoordig veel minder energie in dan dat ze vroeger deden. Bovendien zijn ze niet bepaald populair bij de burger of transport instanties Een enquête van de EU onder de burgers liet zien dat 84% voor het afschaffen van zomer- of wintertijd is. Een verandering van het systeem dat we nu hebben vergt wel heel veel internationale samenwerking. Zeker met Brexit wordt dit nog een hele uitdaging. Gaat Engeland dan wel mee met de maatregelen? Hoe moet dat dan met de handel tussen de landen?

Het plan voor de grote verandering moet in 2021 worden uitgevoerd. Maar de manier waarop en met wie, dat is de echte vraag.