Kwaad bloed in de moderne samenleving.
Recentelijk is er in het nieuws een redelijke hoeveelheid aandacht geweest voor het gerechtelijke conflict tussen de Republik Maluku Selatan (RMS) oftewel, de Molukse staat, en het theater Orpheus rondom de viering van de proclamatie van die Republiek. Het was niet zozeer de ruzie tussen de republiek en het theater die mijn aandacht trok maar meer de viering van de proclamatie die mij deed realiseren hoe weinig ik eigenlijk wist van de RMS. Hoog tijd dus om dit eens uit te gaan zoeken.
In 1949 droeg de Nederlandse Staat de soevereiniteit van Nederlands Indië over aan de Verenigde Staten van Indonesië. Dit was de voorloper van de Indonesische staat zoals we die heden ten dagen kennen. Kort daarop besloot de regering van de Verenigde Staten van Indonesië toe te gaan werken naar een Indonesische eenheidsstaat en besloot daarom de federalistische structuur van het land op te gaan heffen. Dit besluit ondervond echter weerstand van politici uit de verschillende deelstaten die de Verenigde Staten van Indonesië destijds rijk was. In deze periode werden er verschillende pogingen gedaan door federalistische politici om de deelstaat Oost – Indonesië (waar de Molukken deel van uitmaken) in stand te houden maar deze mochten niet baten waardoor de deelstaat werd overgedragen aan de Indonesische regering. Echter, de federalistische politici gaven niet toe en weken uit naar Ambon, een eiland dat onderdeel is van de Zuidelijke Molukken, en proclameerden samen met het hoofd van de Zuid-Molukken hun eigen staat: de Republik Malaku Selatan.
De RMS was een doorn in het oog van de Indonesische regering en zo snel de overgang naar de eenheidsstaat voltrokken was werden de Zuid-Molukken dan ook binnengevallen en veroverd door het Indonesische leger. Weigerend om hun staat op te geven, voerden de aanhangers van de RMS vanaf dat moment een guerrillaoorlog tegen de Indonesische staat waardoor de Nederlandse Defensie zich genoodzaakt zag om de in Indonesië resterende KNIL-militairen op bevel tijdelijk naar Nederland te halen. Dit was tegen de wens van de militairen die zich liever aansloten in de strijd voor de RMS. Vanwege de gedachte dat deze mensen slechts tijdelijk in Nederland zouden verblijven werden zij onder slechte omstandigheden in kampen ondergebracht. De militairen werden later uit hun dienst ontslagen maar konden als stateloze burgers in Nederland niet aan het werk in afwachting van hun terugkeer naar Indonesië.
Deze gezamenlijke historie en de tot in de jaren ’60 aanhoudende verwaarlozing van de Molukkers door de Nederlandse Staat heeft ervoor gezorgd dat de Molukkers in Nederland nog altijd een hechte commune vormen en ook nog altijd hunkeren naar hun eigen staat op de Molukken. Zo houdt bijvoorbeeld de viering van de proclamatie al 69 jaar stand. Heden ten dagen is het hechte van de gemeenschap ook ruimtelijk nog altijd terug te zien in Nederland. Zo wonen veel Molukkers nog altijd bij elkaar in de buurten die zij in de jaren ’60 toegewezen kregen door de Staat en vaak als van hun beschouwen, zoals een aantal personen in dit artikel van het NRC uitleggen als reactie op een incident in een Molukse buurt in Maastricht.
Het gerechtelijke conflict tussen de RMS en het theater in Apeldoorn rondom de viering van de proclamatie is dus het zoveelste dat voortkomt uit de nog altijd bestaande frictie tussen de Molukse gemeenschap en de maatschappij. Een frictie die nog altijd het resultaat is van de sentimenten die in de jaren ’50 ontstaan zijn.