Een nieuwe woestijn, deze keer helemaal zelf gemaakt
Maak kennis met de Aralkum-woestijn. Deze nieuwe zandbak is al bijna 80 jaar oud en niet te stoppen!
Als je in de Aralkum-woestijn staat, kun je het jezelf bijna niet voorstellen. Zo’n tachtig jaar geleden bevond zich hier – op de grens tussen Kazachstan en Oezbekistan – het op drie na grootste meer ter wereld. Dat Aralmeer besloeg een oppervlak van zo’n 68.000 vierkante kilometer, wat heel concreet betekent dat het twee keer zo groot was als België. Vandaag de dag is daar nauwelijks meer iets van over: in een paar decennia tijd is de zeespiegel dertien meter gedaald en naar schatting beslaat het meer nog een tiende van het oorspronkelijke oppervlak. De overige 90 procent is getransformeerd tot een droge, witte zoutvlakte die vandaag de dag aangeduid wordt als Aralkum-woestijn. De woestijn – die rond 1960 het levenslicht zag – gaat de boeken in als de jongste woestijn op aarde. En die woestijn is mensenwerk.
Het machtige Aralmeer werd jarenlang gevoed door omringende bergen. Grote rivieren zoals de Syr Darya en de Amu Darya brachten smelt- en regenwater vanuit die bergen naar het meer. Maar in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw besluit de Sovjet-Unie het water van deze twee rivieren naar de droge vlaktes van Kazachstan, Oezbekistan en Turkmenistan te leiden. Er worden onder meer kanalen en dammen aangelegd om de rivieren af te tappen en de droge vlaktes in Azië geschikt te maken voor het verbouwen van gewassen. De aanpak van de Russen werkt, maar heeft een vernietigend effect op het Aralmeer dat veel minder water aangevoerd krijgt en in rap tempo kleiner wordt.
Het wegkwijnen van het Aralmeer is met name goed te zien op satellietbeelden. Hieronder zie je zo’n foto, gemaakt op 22 februari 1964, kort voor het ingrijpen van de Sovjet-Unie ervoor zorgde dat de kustlijn van het meer radicaal veranderde.
Het succes omtrent het noordelijk deel van het Aralmeer staat in schril contrast met wat we in de laatste jaren in het zuiden hebben zien gebeuren. In 2014 viel het grootste restant van het Aralmeer helemaal droog (zie afbeelding hieronder). En ook het westelijk gelegen sliertje Aralmeer levert in. Het opdrogen van het meer heeft grote gevolgen voor de samenleving die in hetzelfde gebied woont. De visserij stortte in en het zoute water werd vervuild met mest en pesticide. De zandstof van de opgedroogde stukken land, besmet met de chemicaliën van de landbouw is een gevaar voor de gezondheid van de bewoners en het zout dat op de landbouwgrond terecht komt degradeert de grond. Akkerlanden moeten met steeds meer water uit de rivieren gespoeld worden om de landbouw te ondersteunen. Een vicieuze cirkel aan waterverlies en landdegradatie dus.
Het is lastiger gebleken om deze resten van het Aralmeer te stabiliseren. De wil daarvoor ontbreekt ook; het vereist dat water dat nu voor de landbouw wordt gebruikt naar de meren wordt geleid.
In een laatste poging om het meer te redden bouwde de Kazachstaanse regering een grote dam tussen het zuidelijke en noordelijke gedeelte van het meer. Zo zou mogelijk de visserij in het noorden beschermt kunnen worden. Tussen 2005 en 2006 is te zien dat het water level in het noorden inderdaad stijgt. De jaren daarna werd deze toename minder en minder.
Ondanks serieuze en geslaagde pogingen om het Aralmeer te herstellen, lijkt het aannemelijk dat de Aralkum-woestijn de komende jaren – met name in het zuiden – nog wel wat terrein zal winnen. En het machtige Aralmeer? Dat lijkt definitief van de kaart te zijn geveegd.
https://earthobservatory.nasa.gov/world-of-change/aral_sea.php
https://www.nytimes.com/2006/04/06/world/asia/06aral.html