Tijdgeest ingebed in de gebiedsontwikkeling

Het ontwerp van een wijk is een spiegelbeeld van de context waarbinnen een planoloog zich bevindt. De tentoonstelling ‘Dromen in beton’ in het Centraal Museum gaf dat weer voor beruchte Utrechtse wijk Kanaleneiland. Deze wijk is ontstaan vanuit een utopische, socialistische gedachte en zou het (naoorlogse) woningtekort oplossen. Vandaag de dag wordt Kanaleneiland gezien als een probleemwijk van de stad. De dromen van planologen bleken bij de realisatie toch niet uit te komen. 

Het schetsontwerp van Kanaleneiland werd in de jaren vijftig als vernieuwend beschouwd. Het kreeg als een van de eerste de riolering. Met behulp van stortkokers was afval gemakkelijk te lozen in een container. Elke portiekflat kreeg liften en alle appartementen een douche. Een luxe vergeleken met de vooroorlogse bouw. Groen was in alle hoeken gepland. De wijk werd voorzien van een groot park met meerdere wat kleinere buurtparken en bloemenperken (wat Kanaleneiland een bijnaam ‘rozeneiland’ gaf). Er kwamen moderne supermarkten waar jonge moeders samen met hun kinderen boodschappen konden doen niet ver bij hun huis vandaan. Ze konden hen gerust buiten laten spelen in zandbakken, op speelpleinen of in pierenbadjes. Een ziekenhuis en scholen werden ook gebouwd. De wijk was gepland als kindvriendelijk en levensloopbestendig. 

De ruimte werd ingericht met het oog op de gevolgen van stijgende welvaart en technologische vooruitgang in Nederland, met centrale verwarming en brede wegen voor de auto. De trend heeft zich echter sneller doorgezet dan verwacht. Door verzuiling en individualisering in de samenleving verouderde de welvaartsstandaard op Kanaleneiland al snel. Het stadsdeel werd gebouwd in fasen vanaf 1957 tot begin jaren zeventig en heeft in deze tijdsperiode een verandering in bevolkingssamenstelling gekend die gepaard ging met het verslechteren van haar imago. De middenklasse kocht een grote woning met eigen tuin in een rustige omgeving van de groeikernen. In de vrijgekomen sociale huurwoningen kwamen kwetsbare groepen, waaronder de gastarbeiders, te wonen. Kinderen met migratieachtergrond hadden moeite om mee te draaien in de maatschappij wegens een grote concentratie van hun gemeenschap in de wijk. Vernieling en verloedering vond plaats. Het nieuws gebruikte Kanaleneiland als het bewijs dat de multiculturele samenleving gedoemd was om te falen. 

Aan de oostzijde van Kanaleneiland pakken de stedenbouwkundigen het anders aan bij de herontwikkeling van een voormalig industriegebied de Merwedekanaalzone. Bij dit project betrokken ontwikkelaars zijn zich ervan bewust dat het niet eenvoudig is om een wijk gereed te maken voor de toekomst. De realisatie van een project kan 10 tot 15 jaar in beslag nemen wat vele onzekerheden met zich meebrengt. Huidige ontwerpen houden vaak spelingsruimte over, zodat er na verloop van tijd gewisseld kan worden in functie. In Merwede wordt het plafond van de begane grond van de gebouwen hoger gemaakt dan bij woningbouw gebruikelijk is om deze geschikt te maken voor horeca en/of winkels. Verdeling in verschillende woningsegmenten in de wijk zou meteen moeten zorgen voor differentiatie in sociale groepen. 

De overeenkomst met het ‘rozeneiland’ is gezond stedelijk leven als uitgangspunt en het wonen in hoge dichtheden. In tegenstelling tot rechthoekige indeling van buurten en uniforme repeterende flatgebouwen (bekend als stempels) zal in Merwede elk gebouw eigen identiteit uitstralen. Bewoners zouden hun huis direct moeten kunnen onderscheiden. Eigen autobezit van de toekomstige bewoners wordt lager ingeschat dan het huidige gemiddelde, namelijk één auto per drie huishoudens. Kanaleneiland was juist voorbereid op het opkomende autobezit, hoewel toendertijd de schatting op één op de twaalf lag. Nu is dat ondenkbaar. Als alternatief wordt Merwede voorzien van twee mobiliteitshubs waar bewoners in een deelauto kunnen stappen. Het is afwachten of de toekomstige bewoners mee zullen werken aan de ambities van Merwede.

Foto: het Utrechts Archief, 809698