Hoe is de universiteit op de Uithof beland?

De meeste colleges zijn helaas nog steeds online, maar er wordt halsreikend uitgekeken naar het moment dat colleges weer fysiek gevolgd mogen worden. In normale tijden zijn voor ons SGPL’ers nagenoeg alle colleges en tentamens op de Uithof, nu officieel het Utrecht Science Park. Maar hoe is de universiteit in deze uithoek van Utrecht beland?

Tot ongeveer in de jaren ’60 was de Universiteit Utrecht volledig gevestigd in gebouwen in en rondom de binnenstad. Ook sociale geografie en planologie was hier gevestigd: in het Geografisch Instituut aan de Drift. Daarnaast was er nog een dependance aan de Keizerstraat te vinden.

Geografisch Instituut aan de Drift. Fotograaf J.G. Pierik, 79467/collectie Het Utrechts Archief

Het aantal studenten aan de universiteit nam flink toe, waardoor er sprake was van ruimtegebrek in de panden in de binnenstad. De faculteiten van Diergeneeskunde en van Wis- en Natuurkunde groeide het hardst. De studie Sociale Geografie en Planologie groeide ook: in 1959 waren er zo’n 344 studenten, in 1969 waren het er 432. Dit zorgde ervoor dat ook voor onze studie een nieuw onderkomen nodig was.

De universiteit moest dus op zoek naar nieuwe locaties, maar uitbreidingslocaties waren er nauwelijks in de stad. Ten noorden, westen en zuiden van Utrecht waren al vergevorderde plannen voor woningbouw. Het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, die verantwoordelijk is voor de huisvestiging van de universiteiten, kwam dus uit op het laatste onbebouwde gebied: het oosten van Utrecht. Hier lag de Johannapolder, waar eerder niet gebouwd mocht worden omdat het gebied onder de ‘verboden kringen’ viel. In het gebied waren namelijk een aantal verdedigingswerken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie aanwezig. Deze Kringenwet werd in 1951 opgeschort, waardoor er een start kon worden gemaakt met de verhuis- en bouwplannen.

Voordat de Johannapolder als nieuw terrein van de universiteit gebruikt werd, bestond het gebied uit landerijen die met name gebruikt werden voor akkerbouw. Hier waren ook kloosterboerderijen te vinden, die ‘uithoven’ genoemd werden. Een van de kloosterboerderijen kreeg de naam ‘Uithof’ en werd in gebruik genomen door de faculteit van Diergeneeskunde. Dit is ook de reden waarom de campus voor een lange tijd, en in de volksmond nog steeds, de Uithof genoemd wordt. (Deze boerderij staat ook op de kopfoto 🙂 )

In 1960 werden de plannen voor de Uithof gepresenteerd. Het ontwerp, van architect van der Steur, ging uit van een duidelijke scheiding tussen verschillende functies zoals wonen, werken en recreëren. Dat recreëren moest in de binnenstad gebeuren: op de Uithof werd gestudeerd. Daarnaast was functionaliteit en zakelijkheid van belang in het ontwerp van van der Steur.

Steeds meer faculteiten en studies verhuisden naar de Uithof. Hier was voldoende ruimte om komende jaren te blijven uitbreiden. Het departement sociale geografie en planologie verhuisde in 1969 en kwam terecht in het van Unnikgebouw. Toen er steeds meer studenten en docenten op de Uithof rondliepen groeide de kritiek op de indeling van de campus. De omgeving werd als weinig inspirerend gezien.

Er werd daarom in 1993 een nieuwe visie voor de Uithof opgesteld door architecten Koolhaas en Zaaier. Hier stond juist functiemenging en menging van verschillende personen centraal. De Uithof werd meer verbonden met de stad, bedrijven konden er zich vestigen en in 1998 werden de eerste studentenwoningen geopend. Het ontwerp van Koolhaas en Zaaier is vandaag de dag nog goed terug te zien!

Kopfoto: Fotodienst GAU, fotograaf. 71392/ collectie Het Utrechts Archief. Verkregen van https://hetutrechtsarchief.nl/beeldmateriaal/detail/fe2cd2cc-4e4d-55a3-a5b8-47c51b3e0ddf/media/b45ef2c7-0955-f66c-aa2f-3ae5abe94050?mode=detail&view=horizontal&q=uithof&rows=1&page=96