Klimaatleiders en klimaatlijders
Trots openbaren landen als Zweden en Frankrijk hoe zij een groot aandeel van hun energie uit duurzame bronnen krijgen. Respectievelijk waterkracht en kernenergie verzorgen een grote hoeveelheid stroom in deze gemoderniseerde landen. Zo hebben zij de titel klimaatleiders verdiend door weg te stappen van een afhankelijkheid op fossiele brandstoffen voor het opwekken van elektriciteit. Er wordt verwacht van ontwikkelingslanden dat zij ook niet te lang wachten met het invoeren van een omwenteling naar duurzame energie en voorbereidingen op klimaatverandering. Ondertussen zijn de landen in The Global South over het algemeen de landen die het meest kwetsbaar zullen zijn voor klimaatverandering, en er het meest onder zullen lijden; de klimaatlijders.
Verschillende pogingen zijn gedaan om kwetsbaarheid te indexeren of in kaart te brengen, waarbij elke een andere serie van factoren mee in de berekening neemt dan de volgende. Dat is ook niet gek want klimaatverandering is immers een heel interdisciplinair probleem en het zou onverstandig zijn om niet te trachten een zo holistisch mogelijk model te maken. Zo maakt de veel gebruikte index van Maplecroft gebruik van een combinatie van een toename in extreme weersomstandigheden, de kwetsbaarheid van de bevolking aldaar, en de mogelijkheid voor de bevolking om zich aan te passen aan de nieuwe situatie. Hier is de index ook in kaartvorm te zien. Op deze manier zijn het dus de landen tussen de keerkringen zoals Haiti en Bangladesh die het meeste voelen.
Er liggen een aantal klimaatprocessen onder dit patroon van onevenredig lijden. Verwoestijning is een groot probleem wat de wereld in de toekomst te wachten staat. Woestijnen zullen zich uitbreiden door afnemende neerslag en toenemende temperaturen. Dit zien we nu al gebeuren in Afrika, Azië, Noord-Amerika, Australië. Het resultaat van verwoestijning is dat ecosystemen die grenzen aan een bestaande woestijn ten onder gaan. De productiviteit en biodiversiteit nemen hierdoor snel af. In Afrika is zelfs een ambitieus project is gestart (Great Green Wall) om verwoestijning en het naar het zuiden optrekken van de Sahara tegen te houden. Dit project stelt voor om een enkele kilometers dikke muur van bomen te planten van Senegal tot Djibouti; een afstand van meer dan 8000 kilometer. Dit is een relatief goedkoop plan vergeleken met andere ideeën om kwetsbaarheid te verminderen.
Ook zullen we meer en meer intense orkanen en tropische stormen zien door de warmere zeeën, deze zullen wederom een groter probleem voorstellen voor minder welgestelde landen. Het ontstaan van orkanen is namelijk zeer sterk afhankelijk van de temperatuur van de zee. Er bestaat een minimumtemperatuur en elke graad daarboven doet de kans en hevigheid sterker dan lineair toenemen. Overigens staat er ook een algemene toename in neerslag en overlast daarvan te wachten voor tropische regio’s. Stijgend zeeniveau bedreigt ook meerdere primate cities vooral in Zuidoost Azië. Denk aan Dhaka, Jakarta, Ho Chi Minh-stad, Kolkata, Mumbai om een paar te noemen. Daarbij komt dat sloppenwijken zeer kwetsbaar zijn voor stormen en overstromingen, en de bevolking daar niet altijd kan rekenen op voldoende steun vanuit de eigen overheid.
Stijgend zeeniveau blijft echter minder sterk beperkt tot bepaalde landen, aangezien wereldwijd grote steden aan de oceaan en/ of in delta’s liggen. Dezelfde toekomst geldt in zekere zin voor New York, wat bedreigd wordt door grote stormen en stijgend zeeniveau. Deze stad staat op nummer 41 van meest kwetsbare grote steden, en dit is puur omdat de VS het geld, de infrastructuur en de juiste voorbereidingen kan treffen. Was dit niet zo dan zou de stad een veel hogere plek verdienen. Het probleem ligt vaak in de onmacht van zwakkere economieën om grootschalige hervormingen of projecten te starten als aanpassing op klimaatverandering. Bovenaan die lijst als minst kwetsbare landen staan dan ook bijvoorbeeld Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. Zo verwachten wij in Nederland een uitbreiding van de deltawerken of een verhoging van de dijken als het zeeniveau stijgt, maar ligt dit in Bangladesh een stuk ingewikkelder. De mogelijkheden tot voorbereiding, detectie, en vervolgens veilige en snelle evacuatie omtrent natuurrampen is ook algemeen beter in ontwikkelde landen.
Het is ongetwijfeld een groot onrecht hoe de landen die het minst hebben bijgedragen aan klimaatverandering er het meeste onder te lijden krijgen. Dit lijden is een resultaat van een combinatie van klimatologische, ecologische, sociaaleconomische, en politieke factoren; meer dan hier te bespreken valt. Natuurlijk is er een eindeloze discussie en deliberatie mogelijk over het veranderende wereldklimaat. Het zal immers hopelijk niemand ontgaan zijn dat dit een zeer dringend probleem is waar echt aan gewerkt moet worden. De oplossing ligt uiteindelijk bij iedereen, en alleen door samenwerking van de gehele wereld kan worden opgelost. Waar wij hier in leiden kan elders lijden beperken.
Omslagfoto: Pixabay