Poppy: een plantje met veel politieke invloed
Hoi allemaal! Mijn naam is Silke, ik ben 20 jaar oud en volgend jaar de commissaris Extern van V.U.G.S. Daarnaast word ik ook het hele collegejaar commissaris van Oikos en ga ik samen met een leuke groep andere enthousiaste schrijvers artikelen voor jullie schrijven.
Dit is voor mijn een primeur, mijn allereerste oikosartikel! Ik wil dit artikel dan ook schrijven over een onderwerp waar ik me de afgelopen tijd heel druk mee bezig heb gehouden. Het afgelopen half jaar heb ik voor mijn Bachelorscriptie onderzoek gedaan naar de poppyproductie in Myanmar.
Poppy’s zijn plantjes die maar op enkele plekken in de wereld worden gecultiveerd, waaronder in Myanmar. Het zijn plantjes die er op het eerste gezicht mooi en kleurrijk uitzien, maar er gaat veel meer achter schuil. Uit de poppyplant kan men namelijk opium verkrijgen en opium is het hoofdbestanddeel van heroïne. Arme boeren in Myanmar produceren deze poppyplant in overvloed, omdat het een makkelijk en winstgevend gewas is. Gezien men er heroïne van kan maken, zal er daarnaast altijd vraag naar blijven op de wereldwijde markt. Op deze manier wordt een zeer lokaal geproduceerd plantje, een belangrijk onderdeel van de illegale wereldeconomie. Niet alleen is het plantje belangrijk voor de illegale wereldeconomie, het is ook een veel besproken onderwerp in de internationale politiek. Wat het voor de (politiek) geografen onder ons een interessant onderwerp maakt.
De internationale politiek is vooral bezig met het tegengaan van de poppyproductie, het zou namelijk een dreiging zijn voor de volksgezondheid. Dit maakt het zo’n lastige casus: poppyboeren produceren de plant, omdat ze anders geen geld hebben om zichzelf te voorzien in hun basisbehoeften. Aan de andere kant worden zij gedwongen te stoppen met de productie van de plant, omdat het voor de wereldwijde bevolking een gezondheidsdreiging zou geven. De poppyproductie kan dus niet zomaar worden stopgezet, hiermee worden de bredere ontwikkelingsproblemen van de lokale poppyboeren niet opgelost of juist verergerd. We kunnen dus ook wel stellen dat er sprake is van een internationaal drugsprobleem op lokale en internationale schaal.
Met name de ‘war on drugs’, die op initiatief van de VS werd uitgevoerd, uit de jaren ’70, ’80 en ’90 heeft gezorgd voor een marginalisatie van de lokale poppyboeren. Daarnaast heeft deze ‘war’ ook niet de succesvolle resultaten gegeven waarop gehoopt werd. Vandaar dat er vanuit de internationale politiek (onder andere vanuit China, de Verenigde Staten en de Verenigde Naties) nu een oproep is om het drugsprobleem op een andere manier op te lossen. Er zou moeten worden ingezet op transnationale samenwerking en alternatieve vormen van ontwikkeling voor poppyboeren. Er zou een sterke dialoog moeten zijn tussen verschillende schaalniveaus: van lokale poppyboeren tot de Myanmarese overheid en van China tot aan internationale organisaties, zoals de Verenigde Naties. Hierbij zou vooral moeten worden geluisterd naar de behoeftes van arme boeren in Myanmar: zij moeten immers eerst andere inkomstenbronnen hebben, voordat hun poppyvelden gerooid kunnen en mogen worden.
Het is nog maar de vraag of deze verschuiving van het criminaliseren van poppyboeren richting het betrekken van boeren in een goede dialoog gaat voortzetten. De politieke situatie in Myanmar is sinds de coupe op 1 februari 2021 namelijk erg wankel. De internationale politiek verliest haar grip op de poppyproductie in het land en door economische sancties worden steeds meer arme boeren gedwongen om deel te nemen aan de illegale economie. We kunnen ook wel stellen dat de aanpak van het drugsprobleem hierdoor weer terug bij af is. Laten we hopen dat de internationale politiek goed samen blijft werken om de lokale poppyboeren te beschermen, terwijl de gezondheidsrisico’s voor de hele wereld beperkt blijven.
Bron foto: James (2014). Verkregen van: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Poppy_hillside_landscape.jpg