Langs de fietsstraat van mijn vader

Ik woon al mijn hele leven in dezelfde conservatieve gemeente in de Randstad. Als er over nieuwbouwprojecten wordt gesproken hangt er een grimmige onweerswolk boven het dorp. Toch zijn er in de laatste jaren twee nieuwe wijken bijgekomen waardoor het dorpse gevoel weer een beetje verminderde. Het dorpse gevoel is in de afgelopen jaren een steeds zeldzamer fenomeen geworden in ons land.

Dat echte gevoel van ‘Het Dorp’ krijg ik vandaag de dag alleen nog als ik naar het gelijknamige nummer van Wim Sonneveld luister. Wim was een van de weinige artiesten waarvan wij een cd in de auto hadden, in de jaren dat de radio niet overal even goed bereik had. Nu, vele jaren later en vele kennis wijzer luister je toch anders naar zo’n lied, ik was tenslotte kind en wist niet beter. Als je een beetje door de hoge bomen heen kijkt verschijnt niet het tuinpad van vaderlief maar de nieuwbouwwijken in het groen. 

“Wat leefden ze eenvoudig toen, In simp’le huizen tussen groen, Met boerenbloemen en een heg.” Waar het in het nummer over natuurgroen gaat, moeten we het tegenwoordig toch echt doen met stukjes groen in de stad, die overigens vrijwel altijd planmatig zijn aangelegd, al dan niet tussen wegdek en fietspad in. Die simp’le huizen waar Wim over zingt maken plaats voor bloemkoolbuurten en gentrificatie op vervallen stadsterreinen. En die heg dan? Tja, het zijn tegenwoordig allemaal houten hekjes en scheve schuttingen.

“Maar blijkbaar leefden ze verkeerd, Het dorp is gemoderniseerd, En nou zijn ze op de goeie weg.” Zelfs de dorpen zullen eraan moeten geloven als uitbreiden in de stad geen optie meer is, iets met gebundelde deconcentratie in groeikernen en nieuwbouw in oude dorpen. Overal staan stijgers: Niet alleen in de dorpen waar iedereen zijn huis plots aan het renoveren is, maar ook bij de stilstaande nieuwbouwprojecten. Je hoorde Wim nooit klagen over opruimdrift dan wel de stikstofcrisis. Als hij dat wel zou doen zou hij dat op een komische manier bezingen.

“Want ziet, hoe rijk het leven is, Ze zien de televisiequiz, En wonen in betonnen dozen. Met flink veel glas, dan kun je zien, hoe of het bankstel staat bij Mien en d’r dressoir met plastic rozen” Bij mensen naar binnen kijken doen we stiekem allemaal wel eens, daar worden we zelf ook bewust van. In tegenstelling tot vroeger zijn we veel meer om onze privacy gaan geven. Men houdt tegenwoordig liever de gordijnen dicht. Van een levendige buurt blijft op die manier weinig over.

Een dergelijk nummer over je geboortedorp zou vandaag de dag geen hit worden: zoiets heeft tijd nodig. Misschien luisteren we over zestig jaar wel met enige melancholie terug naar de verzen van de Vinex versie. “O Leidsche Rijn, De sfeer was fijn, Maar mijn hart ligt in Almere. Er is overal groen, Van alles te doen, Ik wil weer terug migreren.”


Kopfoto: WikimediaCommons, Jan Dijkstra,
https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Reeuwijk-Dorp..JPG?uselang=nl