Hostile architecture: De stad is niet jouw thuis!
Het is 4 uur ‘s middags, je bent net klaar met college en een gezellig zonnetje schijnt op je snoetje. Je hebt afgesproken met wat mensen in een park. Het is best een leuk park op het eerste gezicht, er spelen wat kinderen en groepjes studenten met klok in de hand schieten als paddenstoelen uit de grond. Er lopen als gewoonlijk wat daklozen rond om te vragen of je een muntje kan missen voor de opvang. Zou het voor hen ook een mooie dag zijn of gewoon “another day at the office”? Wat is er nog waar van het stereotype van de dakloze die onder een brug slaapt?
In de werkelijkheid kan een fijn park voor de een er toch wat minder fijn uitzien voor de ander. Neem bijvoorbeeld een bankje met een comfortabele leuning, zo’n leuning zorgt ervoor dat een dakloze er niet op kan slapen. Dit is niet incidenteel, maar bewust zo ingericht. Om mensen zonder vaste slaapplaats geen kans te geven om ergens te slapen. Dit fenomeen heet “hostile architecture”.
Er zijn vele vormen van “hostile architecture”. Zo zijn er op betonnen randen domweg ijzeren stekels geplaatst. Hierdoor kan niemand hier zitten. Het nadeel (of het voordeel, net wie je het vraagt) is dat er echt niemand kan zitten en dat het dus tamelijk bedreigend eruit ziet. Daarom verkiezen ontwerpers vaak subtielere vormen van “hostile architecture”. Zo worden bankjes soms in een hip design ontworpen, puur om het liggen en slapen op deze voorwerpen te bemoeilijken.
Het is op zijn minst interessant te noemen dat in een tijd waar “de inclusieve stad” steeds hoger op de agenda komt, een bepaalde groepen steeds weer wordt buitengesloten. Dit zijn vooral junkies en hangjongeren of combinaties van de drie. Jongeren worden bijvoorbeeld weggejaagd door “mosquito devices”, dit zijn speakers die zeer hoge tonen spelen, die alleen hoorbaar zijn voor jongeren. Dit komt omdat het gehoor van een mens minder gevoelig wordt met de jaren voor deze tonen. Ik heb zelf wel eens bij een huis een pakketje moeten bezorgen die zoiets had geïnstalleerd. Ze waren vervolgens niet thuis waardoor ik relatief lang bij dit vervelende geluid in de buurt moest blijven staan.
Historisch is deze “hostile architecture” goed te verklaren, voor de jaren ‘60 werd het als een gegeven gezien dat publiek en privé gescheiden werd, zo vormen stekels een onderdeel van de Amsterdamse schoolstijl. Hier kwam een kleine verandering in tijdens de jaren ‘60 en ‘70, mensen mochten bijvoorbeeld op het gras gaan zitten, wat voorheen niet altijd toegestaan was. Toch maakte “hostile architecture” weer een opmars in de jaren ‘80, dit kwam door een toename van daklozen en junkies op straat.
Vervelend is ook dat een duidelijk beleid ontbreekt op dit gebied. Veel vormen van “hostile architecture” worden door private partijen en individuen aangebracht, hier heeft de overheid sowieso niets over te zeggen. Vooral Prorail is hier een koning in, kijk maar eens op een station en vraag je je af waar je kan slapen, dit wordt een zeer lastig verhaal. Overheden staan “hostile architecture” sporadisch toe, wanneer er klachten zijn van overlast wil een gemeente nog wel eens een bankje weghalen en zelfs zelf overgaan tot het aanleggen van een stukje vijandige architectuur.
De vraag is, wat kan ik hiermee? Het zelf proberen te slopen is lastig en tevens illegaal (de ironie). Wel kan je er bewust van worden, en jezelf trainen in het herkennen van “hostile architecture”, hier zijn verschillende Instagram accounts van te vinden. Toch is dit meer een oproep naar de volgende generaties planologen en geografen. Dit moeten wij niet meer willen en laten we vooral de oorzaken van dakloosheid aanpakken en niet de gevolgen. Want onder een brug slapen, kan tegenwoordig niet meer, omdat je nergens kan liggen.
Bronnen
Hu, W. (2019, November 14). ‘Hostile Architecture’: How Public Spaces Keep the Public Out. Retrieved 11 May 2022, from https://www.nytimes.com/2019/11/08/nyregion/hostile-architecture-nyc.html
Thybout, K. (2021, November). Wat je ook steeds vaker ziet. . . de kille stad. Uitkrant. Retrieved from https://issuu.com
Afbeelding van Frankie Fouganthin – Own work, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=39868648