De gemeente met 1 fietsverkeerslicht op 50.000 inwoners

Nederlandse gemeenten staan bekend om hun fietsvriendelijkheid. Vooral Amsterdam wordt in het buitenland vaak gepresenteerd als hét walhalla voor fietsers. Je hoeft op YouTube maar kort te zoeken en je vindt talloze kanalen van Amerikaanse fietsfanaten die hun ogen uitkijken in ons kleine kikkerlandje (Not Just Bikes om er maar een te noemen). En dat is ook niet zo gek, want probeer een Amerikaan maar eens uit te leggen dat de fiets pakken in Amsterdam vaak een snellere optie is dan de auto.

De meeste Nederlanders weten echter dat fietsen niet overal even geweldig is. In Amsterdam, maar ook in Utrecht en andere grote steden zijn nog steeds talloze gevaarlijke kruispunten en fietsverkeerslichten met lange wachttijden te vinden. Wie de échte fietshemel wil vinden moet op de pedalen in Houten, een niet al te opvallende randgemeente van Utrecht.

Houten is in 1966 in de tweede nota ruimtelijke ordening aangewezen als groeikern, en begin jaren negentig nogmaals uitgebreid tot VINEX-locatie. Bij deze uitbreidingen is vanaf het begin prioriteit gegeven aan fietsers en voetgangers. Autoverkeer zou, waar mogelijk, buiten de wijken worden gehouden, en waar het echt moest ondergeschikt aan fiets- en voetgangersverkeer. Houten is hiermee (als enige gemeente) twee keer door de fietsersbond uitgeroepen tot fietsstad van het jaar, en trekt jaarlijks tientallen binnen- en buitenlandse delegaties van planologen, stedenbouwkundigen en beleidsmakers die dit fietsutopia voor zichzelf willen bekijken.

De auto buiten de wijk houden werd gedaan door middel van inversiestedenbouw. Dit houdt in dat automobilisten niet met de auto van wijk naar wijk kunnen rijden, maar eerst de wijk uit moeten, de rondweg op, en dan pas een andere wijk in kunnen. Daar houdt het nog niet op, want met behulp van bajonetkruispunten (waar auto’s eerst een bocht moeten maken voordat zij het fietspad kruisen), blokmarkeringen en op sommige plaatsen zelfs dubbellaagse rotondes (waar fietsers onder auto’s door fietsen), wordt de auto zoveel mogelijk gedwongen om zich aan te passen aan de fiets.

Een andere Houtense uitvinding is de fietsstraat. Dit zijn straten die in de eerste plaats fungeren als fietspad (en dus ook de kenmerkende roze kleur hebben), waar auto’s ook mogen komen. Dit soort straten worden aangeduid met borden waar “Fietsstraat, auto te gast” op staat.

Al deze maatregelen die ervoor zorgen dat fietsers niet of nauwelijks in contact komen met automobilisten maken dat er in Houten geen noodzaak is voor fietsverkeerslichten. Nou ja, goed dan. Er is één plek in de gemeente waar je als fietser met rood licht te maken kan krijgen, en dat is op de weg naar Nieuwegein.

Foto: https://www.ad.nl/utrecht/houten-4-0-is-in-de-maak-maar-geestelijk-vader-robert-derks-gelooft-niet-in-de-gekozen-koers~af51bf9a/