Olie is misschien wel het belangrijkste product van de wereldeconomie en zonder olie waren veel dingen nu niet mogelijk geweest. Het zorgt er voor dat onze auto’s rijden, we op vliegvakantie kunnen en dat je producten uit China kan kopen. Maar wat als de olie opraakt? Vele landen komen dan zonder inkomsten te zitten en kunnen dus ook maar lastig op zoek gaan naar andere inkomstenbronnen of investeren in duurzame energie. Maar gelukkig zijn er ook landen die verstandig omgaan met hun oliegeld, nu het nog kan.

Ik heb het dan over Noorwegen. Noorwegen is een land dat zijn rijkdom te danken heeft aan de vondst van grote voorraden olie en gas in de Noordzee. In de jaren 60 schakelde Noorwegen grote oliemaatschappijen in om op zoek te gaan naar olie op het Noorse continentale plat (Noorse deel van de Noordzee). Jaren werd er gezocht maar vond men niets, tot in 1969. Het bedrijf Phillips Petroleum vond de olie, maar Noorwegen deed daarvoor een slimme zet. Het had per wet laten vastleggen dat alle grondstoffen op het continentaal plat eigendom waren van de Noorse staat en haar inwoners. Hiermee legde Noorwegen de basis voor zijn huidige welvaart en verzekerde het zijn toekomst als rijk en welvarend land.

Wat olie betreft is norwegen de 15de producent van de wereld, en voor aardgas zelfs de 8ste. Waar andere landen met fossiele brandstoffen, zoals Nederland, hun inkomsten gebruikte om de rijksbegroting te financieren, hadden de Noren iets beters in gedachte. Al bij de eerste vondsten van olie en gas was men van mening dat de inkomsten niet alleen ten goede moesten komen aan de Noren van nu, maar ook aan die van de toekomst. Het geld ging in de eerste 20 jaar vooral naar het opbouwen van de olie- en gasindustrie en het land zelf. Om de inkomsten en welvaart voor de toekomst te kunnen realiseren richtte de Noorse staat een Sovereign Wealth Fund op, genaamd het Government Pension Fund of Norway. Dit fonds wordt beheerd door de Noorse Centrale bank, en heeft als doel om door middel van investeringen en beleggingen een spaarpot te creëeren voor de toekomstige generaties.

De beslissing om dit fonds op te richten heeft de noorse staat absoluut geen windeieren gelegd. De eerste inkomsten werden weliswaar pas in 1998 in het fonds gestort en bedroegen een slordige 172 miljard kroon (nu zo’n 17,9 miljard euro). In amper 20 jaar tijd is het fonds bijna vervijftigvoudigd, met een huidige waarde van rond de 8440 miljard kroon (ongeveer 877 miljard euro!!). Daarmee is dit fonds met afstand het rijkste Sovereign Wealth Fund ter wereld en groeit het jaarlijks met zo’n 6 procent. Als het fonds nu zou uitkeren, dan kan iedere Noor zo’n 165000 euro op zijn bankrekening bijschrijven, hetgaan gelijkstaat aan 3 keer het BBP per inwoner. Het fonds investeert in 8985 die actief zijn in 77 landen, waaronder ook Nederland. Van Heineken tot Unilever en van Thuisbezorgd tot Unibail-Rodamco, de Noren investeren er wel in. Maar ook grote techbedrijven zoals Apple, Microsoft, Amazon en Facebook hebben het Noorse Pension Fund als aandeelhouder.

Wat dat betreft mag de rest van de wereld, en dan vooral de overheden, best jaloers zijn op wat de Noren voor zichzelf geregeld hebben. Waar de Nederlandse overheid vreest voor de financiële gevolgen van het terugschroeven van de aardgaswinning in Groningen, leunen de Noren rustig achterover en wachten tot hun bijna bodemloze schatkist nog een stukje bodemlozer wordt. En als de olie dan echt op is, wat volgens Norwegen zelf nog wel een jaar of 50 zou kunnen duren, kunnen de Noren genieten van hun welverdiende pensioen terwijl de rest van de wereld zich een slag in de rondte moet blijven werken.

Benieuwd wat de Noren nog meer doen met hun enorme spaarpot? Kijk dan eens op de website van de Norges Bank; https://www.nbim.no/en/