Van Unnik Praat #23: Geografie en Taal
In deze rubriek genaamd Van Unnik Praat krijgen we een kijkje in de keuken bij SG&PL. Docenten, studenten, stagiaires of andere SG&PL insiders komen aan het woord in deze rubriek. Vandaag presenteren wij: Femke Lussing, derdejaars V.U.G.S.er, SGPL-student en bestuur van V.U.G.S.
Al sinds ik in groep twee mijn eerste boekje (een vereenvoudigde versie van Sneeuwwitje) las, ben ik geïnteresseerd in taal. Zo heb ik toen ik klein was meerdere keren meegedaan aan verhalenwedstrijden die werden georganiseerd door de loklale bibliotheek en lees ik als ik op vakantie ben zo in één week drie boeken uit. Mijn interesse gaat echter verder dan alleen lezen en schrijven; ik vind het leuk om na te denken over het concept ‘taal’. Heb je er bijvoorbeeld wel eens over na gedacht dat ‘overlijden’ heten omdat het lijden over is? En ‘dekbed’ omdat het je bed afdekt? En heet een toetje een ‘toetje’ omdat je het eet ná de maaltijd en dus ‘toe’ krijgt? Ik heb geen idee of het klopt, maar ik vind het wel leuk om over de oorsprong van woorden na te denken. Hiermee komen we bij het geografische aspect van mijn verhaal.
Afgelopen zomer was ik een aantal dagen in Boedapest, Hongarije. Hier leerde ik dat Hongaars in haar omgeving én in de rest van Europa een bijzondere taal is. Het lijkt namelijk geenzins op de talen die in de omliggende landen worden gesproken, zoals Duits, Slowaaks, Oekraïens, Roemeens, Servo-Kroatisch en Sloveens. Deze talen komen namelijk allemaal van de Indo-Europese taalfamilie, waaronder de Germaanse, Romaanse, Slavische, Keltische, Baltische en Indo-Iraanse talen, en het Grieks, Albanees en Armeens vallen (zie afbeelding 1). Hongaars behoort als één van de weinige Europese talen niet tot de Indo-Europese taalfamilie, maar stamt af van de Oeraalse taal. Naast Hongaars komt de Finse en de Estische taal hier ook vandaan, terwijl Finland en Estland hemelsbreed respectievelijk 1.691 en 1325 kilometer van Hongarije vandaan liggen (zie afbeelding 2). Ondanks hun afkomst kunnen Hongaren Finnen en Estlanders niet verstaan. Dit komt doordat binnen de Oeraalse talen, het Hongaars tot de subgroep Oegrische talen hoort, terwijl het Fins en Estisch onder de Fins-Permische talen vallen.
Wat ook interessant is aan de Hongaarse taal, is dat het in principe wordt geschreven met Latijnse letters, maar dat het Hongaarse alfabet uit maarliefst 44 letters bestaat, in plaats van 26. Verder wordt Hongaars vrijwel fonetisch geschreven, waardoor de geschreven en gesproken taal hetzelfde is. Een ander leuk feit is dat in de tijd van Oostenrijk-Hongarije (1867-1918) de Duitse en Hongaarse taal naast elkaar bestonden en er niet zozeer uitwisseling tussen de talen bestond.
Men kan dus stellen dat het Hongaars een unieke taal is en dat taal, gezien de spreiding van de Indo-Europese en Oeraalse talen over Europa, waarschijnlijk op een minder logische manier is verspreid dan dat je in eerste instantie zou verwachten. Taal is een klassiek voorbeeld van hoe geografie voorkomt in het dagelijks leven. Zet dus snel je geografische leesbril op en ontdek het zelf!
Ps. Ben je nog op zoek naar leuk leesmateriaal over taal? Dan raad ik je vooral aan om eens het boek ‘Taal Is Zeg Maar Echt Mijn Ding’ van Paulien Cornelisse en het artikel ‘Dalterusten’ van Hannah Bervoets te lezen!