Singapore, van Britse kolonie tot welvarende en machtige stadstaat
De stadstaat als politieke eenheid bestaat al sinds de Oude Grieken, kwam veel voor in Italië ten tijden van de Renaissance maar is anno 2018 zo goed als uitgestorven. Alhoewel het begrip ‘Stadstaat’ nog wel eens onderwerp van discussie is, bestaat er over 3 staten wel een algemene consensus dat het stadstaten zijn; Vaticaanstad, Monaco en Singapore. Vaticaanstad en Monaco zullen de meeste mensen wel redelijk goed kennen (of zijn er ook geweest), maar Singapore is wat minder bekend bij veel mensen en je hoort er ook vrij weinig over. Tijd om dus wat meer te weten te komen over deze Aziatische stadstaat.
Het eiland Singapore werd voor het eerst beschreven door de Chinezen in de 3de eeuw en werd in de periode tot begin 19de eeuw veroverd en overheerst door Maleisische en Indonesische rijken maar was ook korte tijd een eigen onafhankelijk koninkrijk. in 1819 arriveerde de Brit Stamford Raffles en kwam het eiland samen met het huidige buurland Maleisië onder Brits bestuur. Maleisië en Singapore hebben voor een groot gedeelte een gemeenschappelijke geschiedenis en kregen allebei na de Tweede Wereldoorlog steeds meer zelfbestuur. De politieke partij die in Singapore aan de macht was, de People’s Action Party (PAP), was na hun verkiezingsoverwinning in 1959 van mening dat de toekomst van Singapore lag in een federatie met Maleisië, mede door de sterke banden tussen de 2 landen. In 1963 was dat een feit, maar het duurde slechts 2 jaar. De regerende partij in Maleisië en de PAP raakte op ideologische gebied in conflict over het overheidsbeleid (met name hetgeen betrekking had op de verschillende etnische groepen in het land) en daarnaast vreesde men in Maleisië de groeiende economische macht van de Singaporese haven. Dat leidde er toe dat Singapore in 1965 uit de federatie werd gezet en daardoor onafhankelijk verkreeg zonder daar zelf om gevraagd te hebben.
Singapore stond er nu alleen voor. Het land had in de jaren 60 een BNP per hoofd van slechts $320 en in tegenstelling tot buurland Maleisië beschikte het niet over olie, gas of andere waardevolle grondstoffen, laat staan over ruimte. De leider en “Founding Father” van Singapore was Lee Kuan Yew, die in zijn 31 jaar als premier het land ontwikkelde tot een modern en welvarend land. Onder zijn leiderschap werden industrieën en bedrijven opgezet om de economie te ontwikkelen (zoals Singapore Airlines), werd er geïnvesteerd in de infrastructuur van de staat en mede daardoor werden ook buitenlandse investeringen en bedrijven aangetrokken. Veiligheid was ook belangrijk voor Singapore. Met hulp van Israël en Taiwan werd het leger opgezet en ontwikkelde Singapore zich tot een militaire grootmacht in de regio. Mede door de dienstplicht en de grote groep reservisten (zo’n 1,4 miljoen man die eerder in dienstplicht zaten) heeft Singapore voor een klein land een gigantisch leger. Lee Kuan Yew ontwikkelde ook een uitgebreid demografisch beleid. Zo wilde de overheid in de jaren 60/70 dat mensen niet te veel kinderen kregen (het “Stop at two”-beleid) omdat dat de economische ontwikkeling van Singapore zou kunnen belemmeren. Later toen de economie verder groeide daalde het geboortecijfer te hard en zette de overheid juist in op meer kinderen (“Have-three-or-more if you can afford it”). Naast het redelijk stabiel houden van de bevolking werd ook een hoogopgeleide beroepsbevolking belangrijk gevonden en daarom werden hoogopgeleiden aangemoedigd om met elkaar te trouwen en zo ook intelligente kinderen te krijgen. Het 4de belangrijke beleidsterrein voor Yew was het tegengaan van corruptie, want veel corruptie schaadt de economische ontwikkeling en de reputatie van het land. Anti-corruptie diensten kregen veel bevoegdheden en ministers kregen goede salarissen, met als gevolg dat Singapore een van de minst corrupte landen ter wereld is en de premier een van de best betaalde ter wereld is (salaris van $1,7 miljoen).
Maar de vraag is, heeft dit allemaal gewerkt? Het korte antwoord is ja. Het Singaporese BNP per hoofd is gestegen tot zo’n $58000 in 2017, Singapore heeft een van de laagste werkloosheidscijfers ter wereld en Singapore behoort tot een van de best ontwikkelde en concurrerende economieën ter wereld. Singapore is ook letterlijk gegroeid in de afgelopen 50 jaar. Van de 722,5 Km2 aan land is ongeveer een kwart kunstmatig gecreëerd sinds de onafhankelijkheid, hetgeen ook wel nodig was. Singapore heeft inmiddels zo’n 5,6 miljoen inwoners en is daardoor na Macau en Monaco een van de dichtst bevolkte staten ter wereld. Je zou denken dat zo veel mensen op zo’n kleine oppervlakte extreme gevolgen heeft voor de leefbaarheid, maar dat valt ergens nog wel mee. Natuurlijk zijn smog en de luchtkwaliteit een probleem, maar de overheid probeert het waar mogelijk te beperken. Zo is autobezit strikt gereguleerd. Om een auto te mogen hebben moet je een vergunning hebben, die al snel enkele tienduizenden dollars kost en dan heb je nog niet eens een auto (die ook duur is). De staat probeert ook natuur te behouden, hetgeen je van bovenaf goed kan zien.
Singapore lijkt op het eerste gezicht wel erg op de rest van de westerse wereld; welvarend, modern, hoogopgeleide bevolking en een actieve goedwerkende overheid. Maar toch is er vanuit andere hoogontwikkelde landen nog regelmatig kritiek. Singapore wordt door vooral Amerikaanse organisaties regelmatig een “flawed democracy” genoemd. De People’s Action Party regeert Singapore al sinds de onafhankelijkheid en won regelmatig alle parlementszetels (momenteel 82 van de 101). Oppositie is er dus niet echt en bovendien zou de PAP het de kleine oppositie lastig maken. Tevens kent Singapore nog de doodstraf, die voor delicten zoals moord maar ook voor drugsgerelateerde delicten nog steeds wordt opgelegd. Officiële cijfers over het aantal executies zijn er niet, maar in de periode 1994-1998 was het volgens de VN het op een na hoogste ter wereld. Tegenwoordig ligt het volgens de meeste bronnen een stuk lager en wordt er soms in een jaar niemand meer terechtgesteld. Singapore had tot 2011 zelfs een verplichte doodstraf voor veel delicten en stelt daarnaast ook buitenlanders terecht. Zo ook de Nederlander Johannes van Damme, die in 1994 ondanks pogingen van Nederland om het te voorkomen als eerste Europeaan sinds de onafhankelijkheid terecht gesteld werd. Singapore is sowieso een vrij strenge staat wat overtredingen en misdrijven betreft (zo wordt vandalisme geregeld bestraft met lijfstraffen). Internationaal bekend is het verbod op kauwgom, al is het kauwen ervan niet verboden (het importeren en verkopen is dat dan weer wel).
Economisch behoort Singapore tot de absolute top. Het land heeft zich sinds zijn onafhankelijkheid in een spectaculair tempo ontwikkeld tot een welvarend land en leiders zoals Lee Kwan Yew maar ook de huidige premier Lee Hsien Loong zijn hierbij van enorme waarde gebleken. Kritiek op Singapore is er zoals genoemd ook, maar Singapore lijkt daar zelf niet zo wakker van te liggen. Wat je ook van het land vindt en de manier waarop ze dingen regelen, het mag naar mijn idee met recht een succesverhaal genoemd worden, al heeft dat ook zo zijn prijs gehad.