Superstore of Hypermarché? Nederland zegt nee!
Ook al proberen we het in coronatijden wat minder vaak te doen, doen we het wel bijna dagelijks: de boodschappen! Ideaal zo’n plek waar je al je eten kunt halen en dat vaak op loop-/fietsafstand. Zelf neem ik in mijn flat de lift naar beneden en voor ik de deur uit ben sta ik eigenlijk al voor de ingang van een welbekende Duitse discountsupermarkt. Zodra ik alles in huis heb en 20 minuten later weer boven sta, kan ik direct beginnen met koken en heb ik zo binnen no-time weer een maaltijd voorgeschoteld. Zelfs als ik wat ben vergeten is het geen ramp, dan hobbel ik even naar beneden. Een kopje suiker hoef je dus niet eens bij de buren te lenen, buiten Nederland zou ik dit echter wel aanraden. Een supermarkt op bijna iedere straathoek is voor veel landen namelijk een vreemd fenomeen. Op vakantie merk ik altijd wel dat het aanbod in buitenlandse supermarkten veel breder is. Hoe dat komt? Dat heeft te maken met de hypermarché.
Een hypermarché is een supermarkt die erg groot is (gemiddeld 10.000 vierkante meter), aan de rand van de stad ligt en een groot assortiment aan non-foodartikelen verkoopt. Het concept hypermarché komt oorspronkelijk uit de VS. De eerste ‘big-boxstore’ werd al geopend in 1931. Het nam echter pas echt een vlucht vanaf de jaren 1980. Dit concept is in Europa overgenomen en is in Frankrijk tot bloei gekomen in de jaren ’60 van de vorige eeuw ghostwriting. De ontwikkeling hiervan liep samen met de opmars van de auto en de suburbanisatie. Deze hypermarché’s vind je dus vaak net naast de snelweg met een immens grote parkeerplaats voor de ingang. Hiermee valt ook te verklaren waarom de grootste hypermarché in Frankrijk staat in een dorpje met maar 210 inwoners. Deze dorpelingen staan niet drie keer per dag met vijf volle karren bij de kassa, maar het dorpje ligt net buiten Parijs.
De Fransman kan inmiddels naar 2.000 verschillende hypermarché’s in zijn land. In Nederland kennen we er welgeteld nul. We hebben sinds 2002 wel een aantal XL varianten van de Albert Heijn, maar deze zijn te klein om hypermarché te kunnen noemen. De grootste Nederlandse supermarkt is de Jumbo Foodmarket in Breda. Deze voldoet wel net aan de eisen qua grootte, maar het assortiment aan non-foodartikelen is te klein om deze winkel als hypermarché te beschouwen. Hoe komt het nou eigenlijk dat de hypermarché in ons land nooit van de grond is gekomen? Ik dacht dat het aan onze fietscultuur ligt en het feit dat Nederland heel veel kleine steden kent, verspreid over het land, i.p.v. één grote stad met daaromheen veel platteland diplomarbeit schreiben lassen. Dit zorgt er aan de ene kant voor dat een supermarkt dichtbij voor de fietser noodzakelijk is en aan de andere kant dat het verzorgingsgebied in kleine steden te weinig inwoners telt om een hypermarché rendabel te houden. Zelf kan ik me niet meer de laatste keer herinneren dat ik in Nederland met de auto naar de supermarkt ben geweest, net zo goed kan ik me niet de laatste keer herinneren dat ik in het buitenland lopend of met de fiets naar de supermarkt ben geweest.
Daarnaast is er echter nog een reden waarom de hypermarché in Nederland nooit is gelukt. Het mocht namelijk niet. De sterk gecoördineerde ruimtelijke planning in Nederland brengt met zich mee dat de meeste gemeenten hier beleid tegen hebben. In hun gemeenteverordeningen staat namelijk dat voedsel alleen verkocht mag worden binnen de bebouwde kom. Hierom vind je bouwmarkten of meubelgiganten wel vaak net buiten de stad, maar supermarkten dus niet.
In een aantal gemeenten zijn vroeger echter wel hypermarkten geweest. Zo hebben De Bijenkorf, Dr Gruyter en Ahold hypermarktketens gehad. Respectievelijk hebben Maxis, Trefcenter en Miro de 20e eeuw allemaal niet overleefd rohrreinigung berlin. De zaken liepen hier slecht omdat ze niet de consument wisten te lokken en veel van deze ketens te maken hadden met slecht management.
Dankzij deze flops is Nederland nu het enige grote Europese land zonder hypermarché. Hierdoor is de super altijd dichtbij. Ik woon nota bene boven drie verschillende supermarkten. Een nadeel is wel echter dat ze alle drie nèt te klein zijn en nooit kunnen tippen aan het luxueuze aanbod van de Franse hypermarché’s. Maar of dit aan de grootte van de supermarkten ligt of de Franse eetcultuur ligt, is mij nog steeds een raadsel.
Kopfoto: Paparacie (2021). Jumbo Biltstraat, Utrecht.