Op die fiets: meer ruimte voor fietsers na corona?

Sinds de uitbraak van het coronavirus geeft de WHO het advies om zoveel mogelijk te voet of met de fiets te reizen, om zo genoeg afstand te kunnen houden. Dit was het startpunt voor vele steden om met een flink tempo pop-up fietspaden aan te leggen en meer ruimte te maken om deze fietsen te kunnen stallen. De kilometers aan fietspaden namen afgelopen zomer rap toe: zo was er in Berlijn 22 kilometer meer fietspad in 10 dagen tijd en in Milaan werd er afgelopen zomer zo’n 35 kilometer extra ruimte gegeven aan de fietsers.

Veel transport-experts en gezondheidsspecialisten zien dit als een positieve ontwikkeling: fietsers veroorzaken minder ongelukken en nemen minder ruimte in dan auto’s. Daarnaast is fietsen ook nog eens gezond: minder uitstoot én extra beweging. Maar in hoeverre zullen deze fietspaden veranderen van pop-up naar permanent? Hiervoor zijn namelijk structurele veranderingen nodig: zo moet er blijvend geïnvesteerd worden en het is de vraag in hoeverre iedereen niet weer massaal in de trein, bus of auto stapt na de coronacrisis. Toch is er reden voor optimisme: veel mobiliteitsveranderingen zijn voortgekomen vanuit tijdelijke aanpassingen, die goed bleken te bevallen.

Een voorbeeld hiervan is onze eigen hoofdstad: Amsterdam. Deze stad is zonder de vele fietsers nauwelijks voor te stellen. Toch zag Amsterdam er in de jaren ’60 heel anders uit. De auto kwam na de Tweede Wereldoorlog snel op, en er waren veel plannen om de stad aan de auto aan te passen. Fietsen was geen pretje: het aantal dodelijke verkeersslachtoffers was erg hoog. Met name onder de jonge Amsterdammers ontstond er weerstand tegen deze grote hoeveelheid auto’s: er werden steeds meer protesten georganiseerd. Het omslagpunt naar een fietsvriendelijker Amsterdam is te vinden in de periode rondom de oliecrisis. Door het invoeren van de autoloze zondagen merkte men hoe fijn het was in de stad met een stuk minder auto’s. Langzaamaan kreeg de fietser steeds meer ruimte in de stad. Staat een dergelijke verandering nu ook te gebeuren in andere steden?

Die ambities zijn er in een aantal steden in ieder geval wel. Zo heeft de Parijse burgemeester Anne Hidalgo al 50 kilometer aan coronapistes (corona-fietspaden) aan laten leggen. Ook Rue de Rivoli, een van de wegen met het meeste verkeer in het centrum van Parijs, werd een meerbaans fietspad. Hidalgo heeft laten weten dat de corona-fietspaden permanent zullen worden, inclusief die van Rue de Rivoli. Daarnaast is ook het Alvéole programma in leven geroepen: financiële ondersteuning om de Parijzenaren meer te laten fietsen. Zo kan je bijvoorbeeld €50 krijgen om je fiets te laten repareren.

Dat er nu ineens veel meer interesse is in het fietsvriendelijker maken van steden wereldwijd kan ook nog eens in het voordeel van Nederland werken. Als fietsland bij uitstek hebben we veel specialistische kennis: van fietsinfrastructuur tot fietsbeleid. Een voorbeeld hiervan is het gekleurde asfalt voor fietspaden, de Nederlandse variant behoudt langer zijn kleur dan de meeste fietspaden in het buitenland. Of we deze specialistische kennis op grote schaal kunnen inzetten is nog even afwachten. Zet deze mobiliteitstransitie door na de coronacrisis?

Kopfoto: eigen foto