Een voor een lopen ze binnen voor de vleeskeuring. Een 17 jarige jongen met een onzeker loopje, een man die oogt als 41 en waarvan ik me afvraag waarom hij hier überhaupt is, een veel te vrolijke gast die zich al gelijk helemaal thuis voelt en de jongen die al duidelijk een paar drankjes op heeft om de zenuwen te bedrukken . Ongemakkelijk schuifelen ze de woonkamer binnen en gaan zitten op een van onze IKEA klapstoeltjes die uit alle hoeken van het huis getrokken zijn. De woonkamer zit propvol mensen en de koelkast vol bier. Laat de hospi maar beginnen.

Hospiteren is vreselijk, je wordt als hospitant beoordeelt op alles wat je bent. Hoe je er uit ziet, wat je hobby’s zijn, leeftijd, karakter. Elke afwijzing voelt persoonlijk, hoewel je moeder zegt dat je het zo natuurlijk niet op moet vatten. Vorig jaar heb ik er zelf ook een bemachtigd, een kamer op TWC, tegenwoordig maak ik mezelf schuldig aan het organiseren van hospiteeravonden. En god wat een chaos is dat circus. Zo’n 15 man die je allemaal moet leren kennen binnen een uur of twee om vervolgens het circusaapje met de beste sociale trucjes een stof-hok van 13 M2 aan te mogen bieden. Hoewel het gezellige huisavonden oplevert voel ik me toch altijd een beetje slecht. Op zo’n avond maak je meer mensen verdrietig dan blij. Tegelijkertijd voelt het als een noodzaak. Hoe vind je anders een nieuwe huisgenoot?

Voor de wanhopige zijn op het internet talloze tips te vinden over hoe je moet hospiteren, ‘’wees jezelf!’’ ‘’Probeer enthousiast over te komen!’’. SSH geeft jaarlijks cursussen en Kamernet staat vol tips over designing your profile. Daarentegen heb ik nooit wat kunnen vinden over wat je als huis kan doen om een hospiteeravond zo prettig en leuk mogelijk te maken. Daarom ben ik op onderzoek uitgegaan en heb ik de hospitanten die gisteren langs kwamen gevraagd wat zij het meest irritant vonden aan hospiteeravonden.

1 ‘’Neem je favoriete drankje mee’

‘’Mijn god als ik ten eerste al 13 euro betaal om bij een hospi aan te komen en dan ook nog eens een fles mee moet nemen -natuurlijk geen cheap wijntje anders kom je shabby over- die waarschijnlijk niet eens aangeraakt wordt, dan ben ik er eigenlijk al wel klaar mee. Het moet van een huis ook wel voelen alsof ze willen dat ik daar kom wonen. Hospiteren moet wel een dialoog zijn, en niet alleen van mijn kant komen.’’ Doe dus als huis de moeite om even een kratje en een wijntje in te slaan voor de daklozen mede studenten.

2 ‘’10 huisgenoten, 120938219038 hospitanten’’

‘’Je hebt wel eens van die hospi’s waar zo veel mensen tegelijkertijd zijn dat ik niet meer weet wie wie is. Met niemand kan je dan echt een heel goed gesprek hebben, of ze echt leren kennen. Voor de iets meer introverte mensen zoals ik is dat echt een afknapper.’’ Als je veel hospitanten langs wilt laten komen is het idee van rondes of speeddaten dus misschien een beter idee dan er een groot feest van maken.

3 ‘’de huisavond in disguise”        

‘’Ik had vorige week nog een hospi waarbij de huisgenoten alleen maar met elkaar aan het kletsen waren. Dat was zo’n hechte kliek -wat aan de ene kant ook wel leuk is natuurlijk- dat ik er niet echt tussen kon komen. Ik vind het fijn als een huis luistert naar wat de hospitanten te zeggen hebben.

4 ‘’kan je langskomen om 23:45?’’

“Van die hospi’s die super laat georganiseerd worden, Ik kom uit een klein dorpje en bij latere hospiteeravonden moet ik noodgedwongen eerder weg zodat ik nog de laatste sprinter richting huis kan nemen (Als deze überhaupt nog rijdt)’’

5 ‘’het sollicitatiegesprek’’

‘’Soms voelt een hospi meer als een sollicitatiegesprek. Er wordt dan hele waslijst aan vragen naar je afgevuurd en er is geen plek voor eigen inbreng. Ik wil graag een ontspannen en gezellig huis. Bij zo’n interview heb ik ook gelijk geen zin meer om er te wonen. Ik wil huisgenoten, geen collega’s.’’

 

Hospiteeravonden; makkelijker kunnen we het niet maken, wel leuker.